Voor nauwkeurige metingen
Vermijd meting na een zware training.
Dit kan leiden tot onnauwkeurige metingen. Voer metingen uit na voldoende rust.
Vermijd meting na veel eten of drinken of bij dehydratatie.
Dit kan leiden tot onnauwkeurige metingen. Vermijd gebruik onmiddellijk na het slapen
voor een grotere nauwkeurigheid. Gebruik de apparatuur telkens op dezelfde tijd,
minstens drie uur na een maaltijd.
Zorg dat tijdens de meting de dijen elkaar niet raken aan de binnenkant.
Plaats indien nodig een droge handdoek tussen de dijen.
Voer geen metingen uit terwijl zendapparatuur wordt gebruikt, zoals mobiele telefoons, want dit kan
de registratie beïnvloeden.
Gebruik de apparatuur telkens zo veel mogelijk in dezelfde omstandigheden en in
dezelfde houding om veranderingen nauwkeurig te volgen.
Registraties worden beïnvloed door het niveau van hydratatie en de lichaamshouding.
Gebruik de apparatuur telkens op hetzelfde tijdstip van de dag, in dezelfde
omstandigheden en in dezelfde lichaamshouding.
Vermijd meting op verschillende locaties met sterk uiteenlopende temperaturen.
Dit kan leiden tot onnauwkeurige metingen. Laat de apparatuur minstens 2 uur
ongebruikt staan nadat deze is verplaatst naar een locatie met een temperatuurverschil
van 20°C of meer.
Zorg dat de voetzolen nagenoeg vrij zijn van vuil, omdat dit de zwakke elektrische stroom kan blokkeren.
De blote voeten moeten correct op het weegplateau worden geplaatst.
Houd de armen recht omlaag tijdens de meting.
Gebruik de apparatuur op een stabiele ondergrond.
Als de apparatuur niet stabiel staat, kunnen meetfouten optreden.
Neem de apparatuur niet af met bijtende chemicaliën (benzine, reiniger, enz.). Gebruik een neutraal
reinigingsmiddel om de apparatuur te reinigen.
6 6