N EDERL A N DS
24. Toets [OPEN/CLOSE/LOAD TRACK]: wordt voor twee verschillende functies gebruikt.
• Laad een nummer van een USB-station: wanneer de toets [DATABASE] (17) wordt gebruikt om
het volgende nummer op te zoeken, druk dan gewoon op de toets [LOAD TRACK] het geselecteerde
nummer te laden.
• Laden/uitwerpen CD's: druk op deze toets om de disc-lade te openen en sluiten. Deze toets wordt
tijdens het afspelen uitgeschakeld. Als de lade na 60 seconden niet is gesloten. Hij sluit automatisch
om schade te voorkomen.
25. Schakelaar [SOURCE SELECT]: gebruik deze toets om de gewenste audiobron te selecteren. CD,
USB1 of USB2. U kunt alleen een andere bron selecteren terwijl de speler in de stand stop of pauze
staat. De led's die met USB1 of USB2 zijn gemarkeerd knipperen wanneer er een opname in het
geselecteerde USB-geheugen wordt opgeslagen.
26. Toets [TIME]: heeft verschillende functies:
• Wijzigen van de tijdweergave: De toets TIJD wisselt tussen de verstreken speeltijd en de
resterende tijd in een selectie en de totale resterende tijd van de disc. (standaard =
resterende/nummer). De "totale resterende tijd van de disc" is bij MP3-nummer niet beschikbaar.
• Open het instellingenmenu: houd de toets TIME gedurende ongeveer 3 seconden ingedrukt.
• Sluit het instellingenmenu: druk kort op de toets TIME om de instellingen te verlaten.
27. LCD-SCHERM: Toont alle belangrijk informatie die tijdens het afspelen nodig is. Zie het volgende
hoofdstuk voor meer informatie.
28. [JOG WHEEL]: Deze draaiknop bedient 3 functies, afhankelijk van de modus waarin u werkt.
• De draaiknop werkt als regeling om traag fragmenten te zoeken (1/75 seconde) wanneer de cd niet
afspeelt, maar is gepauzeerd of op een cuepunt is ingesteld. Draai aan de knop om een nieuw
cuepunt in te stellen en druk dan op [PLAY] (14) of [LOOP IN/CUE] (11) wanneer u de juiste positie
hebt vastgesteld. Druk op [LOOP IN/CUE] om terug te keren naar het [CUE POINT].
• Als het nummer wordt afgespeeld buigt de draaiknop tijdelijk de pitch van de muziek; draai het wiel
met de klok mee om te versnellen of tegen de klok in om te vertragen. De hoeveelheid wijziging in
de pitch wordt vastgesteld door de snelheid waarmee wordt gedraaid.
• Tijdens de zoekmodus [DATABASE] wordt de draaiknop ook gebruikt om op hoge snelheid door de
nummers te bladeren.
• Tijdens opname: Wordt gebruikt om het analoge ingangsniveau aan te passen (wanneer er handmatige
opname is geselecteerd)
29. Toets [REC DISPLAY]: u kunt het scherm op ieder willekeurig moment wisselen tussen opname- en
weergavemodus. Hierdoor wordt het mogelijk om gelijktijdig een nummer af te spelen terwijl een
ander wordt opgenomen.
•
Opnamemodus: het scherm toont informatie met betrekking tot de huidige opname.
•
Afspeelmodus: het scherm toont informatie met betrekking tot het nummer dat op dat
moment wordt afgespeeld.
30. LED [Clip]: knippert wanneer het niveau van het opnamesignaal te hoog is (vervormd). Verlaag in
dat geval het ingangsniveau met de draaiknop (28).
®
J B SY ST EM S
GEB RU I K SA A N WI J Z I N G
7 /1 5
U SB 1 .1 REC