N EDERL A N DS
L CD-SCH ERM
1.
Indicators [PLAY/PAUSE]: geeft de status van de speler weer.
2.
[CUE]: verschijnt wanneer het hoofdcuepunt wordt geprogrammeerd.
3.
[SINGLE]: verschijnt wanneer de eenheid is ingesteld om slechts één nummer tegelijk af te spelen.
Wanneer er niets wordt weergegeven, speelt de speler alle nummers doorlopend af.
4.
Indicator [FOLDER/SEARCH KEY]: de informatie is afhankelijk van de door u geselecteerde zoekmodus.
• Standaard zoeken: (geen gegevensbank nummerindexering) het nummer van de huidige map wordt
getoond.
• Opzoeken in gegevensbank: de huidige zoeksleutel (artiest, titel, album of genre) wordt weergegeven.
5.
Nummerindicator: toont het aantal nummers dat in de huidige selectie beschikbaar is.
• Standaard zoeken: (geen gegevensbank nummerindexering) de volgnummers van de nummers in
de huidige map worden getoond.
• Zoeken nummerindexering: de volgnummers van de nummers die overeenkomen met de voorselectie
van de nummerindexering.
6.
[TIME BAR]: toont hetzij de resterende, hetzij de verstreken tijd. Begint aan het eind van ieder nummer
te knipperen om de gebruiker erop attent te maken om actie te ondernemen. Wanneer naar het scherm
voor opname wordt omgeschakeld, functioneert de tijdbalk als meter voor het opnameniveau.
7.
MINUUT: Toont informatie over tijd in "minuten" van het huidige nummer.
8.
SECONDE: Toont informatie over tijd in "seconden" van het huidige nummer.
9.
FRAGMENT: Toont informatie over tijd per "fragment" van het huidige nummer. (1 fragment = 1/75 seconde)
10. [ELAPSED, REMAIN]: geeft aan of de op het scherm getoonde tijd de verstreken of resterende tijd voor
het gespeelde nummer is.
Opmerking: het is bij MP3-bestanden niet mogelijk om de totale resterende tijd voor alle nummers op
de CD of USB-opslag te tonen.
11. ALFANUMERIEK SCHERM: Toont de namen van mappen en ID3-tags van MP3-nummers. Werkt als
indicator voor het uitgangsniveau wanneer het uitgangsvolume wordt gewijzigd.
12. [RANDOM]: Brandt constant als de speler in de modus [total random] is ingesteld; knippert als de speler
in de modus [directory random] is ingesteld.
13. [REPEAT]: geeft aan dat de functie herhalen is geactiveerd; zie voor meer informatie [REPEAT] (14) op
de afstandsbediening.
14. [AUTO CUE]: verschijnt wanneer de functie [auto cue] actief is.
15. [LOOP/RELOOP]: Er wordt [LOOP] getoond wanneer er een lus is geprogrammeerd. Wanneer er een
lus is geprogrammeerd en op dat moment afspeelt, knippert de indicator [RELOOP].
16. WEERGAVE [PITCH]: toont het feitelijke percentage van de snelheidswijziging, die met de
schuifregelaar PITCH (21) is geselecteerd.
17. Er wordt [KEYLOCK]: getoond wanneer de functie pitchvergrendeling (hoofdtempo) actief is.
18. WEERGAVE [BPM]: toont de uitvoer van automatische slagenteller, gemeten in slagen per minuut.
®
J B SY ST EM S
GEB RU I K SA A N WI J Z I N G
8 /1 5
U SB 1 .1 REC