Instellingen
Vergrendelscherm
Instellingen wijzigen voor het vergrendelde scherm.
• S chermvergrendeling: de schermvergrendelingsfunctie inschakelen. De volgende opties
kunnen afwijken, afhankelijk van de geselecteerde schermvergrendelingsfunctie.
• V ergendelscherm opties: de instellingen voor het vergrendelde scherm wijzigen. Deze
instellingen worden alleen toegepast wanneer u de vergrendelingsoptie met vegen instelt.
– Sneltoets: instellen dat het apparaat snelkoppelingen naar applicaties op het vergrendelde
scherm weergeeft en dat ze kunnen worden bewerkt.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
– Klok: instellen dat het apparaat de klok weergeeft op het vergrendelde scherm.
– Dubbele klok: instellen dat het apparaat de dubbele klok weergeeft op het vergrendelde
scherm.
– Help-tekst: instellen dat het apparaat de helptekst weergeeft op het vergrendelde scherm.
• G egevens eigenaar: gegevens ingeven die op het vergrendelde scherm worden weergegeven.
Beveiliging
Instellingen wijzigen voor het beveiligen van het apparaat en de SIM- of USIM-kaart.
• A pparaat coderen: een wachtwoord instellen voor versleuteling van gegevens die op het
apparaat zijn opgeslagen. Elke keer als u het apparaat aanzet, moet u dit wachtwoord ingeven.
Laad eerst de batterij op voordat u deze instelling activeert. Versleuteling van uw gegevens
kan meer dan een uur duren.
• E xterne SD-kaart coderen:
– Coderen: instellen dat het apparaat bestanden codeert wanneer u ze op een geheugenkaart
opslaat.
– Volledige codering: instellen dat het apparaat alle bestanden op een geheugenkaart
codeert.
– Multimediabestanden uitsluiten: instellen dat het apparaat alle bestanden op een
geheugenkaart codeert, met uitzondering van mediabestanden.
Als u met deze instelling ingeschakeld besluit tot resetten van de standaardwaarden, zal het
apparaat de versleutelde bestanden niet meer kunnen lezen. Schakel deze instelling dus
altijd uit voordat u een reset uitvoert.
88