TeChnIsChe gegevens
omgevingsomstandigheden
IJsvorming, condensatie en condensatiewater in en
aan het apparaat is niet toegestaan.
Direct zonlicht of straling van gloeiende oppervlakken
op het apparaat voorkomen. Max. medium- en om-
gevingstemperatuur in acht nemen!
Corrosieve invloeden, bijv. een zilte omgevingslucht
of SO
, vermijden.
2
Het apparaat mag alleen in gesloten ruimtes/gebou-
wen opgeslagen/ingebouwd worden.
Het apparaat is geschikt voor een maximale plaat-
singshoogte van 2000 m boven zeeniveau.
Omgevingstemperatuur: -20 tot +60°C (-4 tot
+140°F), geen condensatie toegestaan.
Continubedrijf bij hoge omgevingstemperaturen
versnelt de veroudering van het elastomeermateriaal
en vermindert de levensduur (neem contact op met
de fabrikant).
Opslagtemperatuur: -20 tot +40°C (-4 tot +104°F).
Beschermingswijze: IP 65.
Het apparaat is niet geschikt voor reiniging met een
hogedrukreiniger en/of reinigingsmiddelen.
Mechanische gegevens
Gassoorten: aardgas, lpg (gasvormig), biogas (max.
0,1 vol.-% H
S) of schone lucht; andere gassen op
2
aanvraag. Het gas moet onder alle temperatuurcon-
dities schoon en droog zijn en mag niet condense-
ren.
Temperatuur van het medium = omgevingstempe-
ratuur.
CE-, UL- en FM-goedgekeurd, max. inlaatdruk p
500 mbar (7,25 psig).
FM-goedgekeurd, non operational pressure:
700 mbar (10 psig).
ANSI/CSA-goedgekeurd: 350 mbar (5 psig).
De hoeveelheidsregeling beperkt de maximale door-
stroomhoeveelheid tussen ca. 20 en 100%.
Instelling van de hoeveelheid startgas: 0 tot ca. 70%.
Openingstijden:
VAS../N snel openend: ≤ 1 s;
VAS../L langzaam openend: tot 10 s.
Sluittijd:
VAS../N, VAS../L snel sluitend: < 1 s.
Schakelfrequentie: 0VAS../N: max. 30 x per minuut.
VAS../L: tussen uit- en inschakelen moeten 20 s liggen,
zodat de demping volledig werkzaam is.
Veiligheidsklep:
klasse A, groep 2 volgens EN 13611 en EN 161,
Factory Mutual (FM) Research klasse: 7400 en 7411,
ANSI Z21.21 en CSA 6.5.
Klephuis: aluminium, klepafdichting: NBR.
Aansluitflenzen:
tot uitvoering 3: Rp volgens ISO 7-1, NPT volgens
ANSI/ASME;
vanaf uitvoering 2: met ISO-flens PN 16 (conform
ISO 7005), met ANSI-flens conform ANSI 150.
Kabelwartel: M20 x 1,5.
Elektrische aansluiting: leiding met max. 2,5 mm
(AWG 12) of stekker met contrastekker conform
EN 175301-803.
Inschakelduur: 100%.
Vermogensfactor van de magneetspoel:
cos φ = 0,9.
elektrische gegevens vas 6–9, vCs 6–9
Netspanning VAS 6–8/VCS 6–8:
120 V~, +10/-15%, 50/60 Hz,
230 V~, +10/-15%, 50/60 Hz,
24 V=, ±20%.
Netspanning VAS 9/VCS 9:
120–230 V~, +10/-15%, 50/60 Hz.
Schakelfrequentie: max. 1 x per minuut.
Max. temperatuur magneetspoel:
+20°C (+68°F) boven de omgevingstemperatuur.
Opgenomen stroom bij 20°C (68°F):
aanspreekstroom: 1,8 A,
houdstroom: 0,3 A.
Opgenomen vermogen:
Type
VAS 6
VAS 6
VAS 6
VAS 7
VAS 7
VAS 7
VAS 8
VAS 8
VAS 8
:
VAS 9
u
VAS 9
VAS 9
VCS 6
VCS 6
VCS 6
VCS 7
VCS 7
VCS 7
VCS 8
VCS 8
VCS 8
VCS 9
VCS 9
VCS 9
* na het openen.
NL-10
spanning
vermogen
24 V=
70 W
120 V~
63 W
230 V~
63 W
24 V=
75 W
120 V~
90 W
230 V~
83 W
24 V=
99 W
120 V~
117 W
230 V~
113 W
24 V=
120 V~
200 (15*) W
230 V~
200 (15*) W
24 V=
140 W
120 V~
126 W
230 V~
126 W
24 V=
150 W
120 V~
180 W
230 V~
166 W
24 V=
198 W
120 V~
234 W
230 V~
226 W
24 V=
120 V~
400 (30*) W
230 V~
400 (30*) W
2
–
–