Bedieningshandleiding voor ZOLL Base PowerCharger
Pr Procedure v
Pr Pr
Pr
ocedure voor het man
ocedure v
ocedure v
ocedure v
oor het man
oor het man
oor het manueel testen v
oor het man
batterijen
batterijen
batterijen
batterijen
batterijen
Alhoewel deze test beschikbaar is, maakt de AutoTest-
voorziening het overbodig batterijen manueel te testen
omdat de batterijcapaciteit bij elke batterijoplading
automatisch wordt getest.
Alle vier batterijruimten kunnen batterijen testen. Het is niet
nodig een volledig opgeladen batterij voor het testen in te
brengen; de Base PowerCharger
automatisch op, test hem en laadt hem vervolgens tot de
volle capaciteit op. Indien er een batterij in één batterijruimte
wordt getest, heeft dit geen invloed op andere oplaad- of
testcycli die gaande zijn.
Zo test u een batterij:
1. Controleer of de Base PowerCharger
netspanning is aangesloten. Het lampje Voeding moet
opgelicht zijn.
2. Breng de batterij in een batterijruimte aan. Zorg dat de
batterij helemaal op zijn plaats zit. (Er is een klik te
horen en de rand van de batterij moet goed tegen de
bovenkant van het apparaat aanliggen.)
3. Druk op de Test-knop voor de betreffende batterijruimte. Het
indicatielampje Test... licht gedurende de testcyclus op.
OPLADER AAN
BATT. KLAAR
TEST
4. Indien de batterijtest geslaagd is, licht het lampje
Batt. klaar op terwijl het lampje Test... blijft oplichten.
Dit duidt aan dat de batterij volledig is geladen,
klaar is voor gebruik en in staat is een PD 1400/
D 1400 of PD 2000/D 2000 in de bewakingsmodus
ongeveer 2,0 uur en 1,5 uur bij het ZOLL 1600
apparaat aan te drijven.
5. Indien een batterijtest niet geslaagd is, licht het lampje Fout op terwijl
het lampje Test... opgelicht blijft. Het apparaat geeft een
geluidssignaal wanneer een batterij waarvan de capaciteitstest niet
geslaagd is, verwijderd wordt.
18
4x4
ueel testen van
ueel testen v
ueel testen v
ueel testen v
an
an
an
an
4x4
laadt de batterij eerst
4x4
op op de
FOUT
TEST...
Om de fout op te sporen terwijl de batterij nog in de
batterijruimte zit, drukt u op de Test-knop en houdt u
deze ingedrukt (zie Tabel met foutcodes op pagina 19)
en verricht u een corrigerende handeling. Voordat u de
batterij buiten bedrijf plaatst, test u de batterijruimte op
mogelijke foutieve werking (zie het gedeelte Procedure
voor het testen van batterijruimten). Indien bepaalde
indicatielampjes samen oplichten, duidt dit een
specifieke fout aan. (Zie Tabel met foutcodes.) Herhaal
de test.
6. Noteer de datum en de resultaten van de test op het
etiket van de batterij.
NB: Indien een testcyclus wordt onderbroken doordat
de batterij wordt verwijderd, wordt er een hoorbare
waarschuwing van vijf (5) achtereenvolgende
geluidssignalen gegeven om aan te duiden dat de
batterij niet helemaal is opgeladen en niet gebruikt mag
worden. Alle vier indicatielampjes lichten vier
(4) seconden op en gaan dan uit.
Pr Pr
Pr Procedure v
Pr
ocedure v
ocedure voor het testen v
ocedure v
ocedure v
oor het testen v
oor het testen van
oor het testen v
oor het testen v
batterijruimten
batterijruimten
batterijruimten
batterijruimten
batterijruimten
De Base PowerCharger
4x4
heeft vier batterijruimten die in
staat zijn batterijen tegelijk en onafhankelijk van elkaar te
testen en op te laden. Bovendien is de Base
4x4
PowerCharger
in staat elke batterijruimte op foutieve
werking te testen met een eenvoudige druk op een knop.
Zo test u een batterijruimte:
1. Controleer of het apparaat op op de netspanning is
aangesloten. Het lampje Voeding moet oplichten.
2. Verwijder de batterij uit de te testen batterijruimte.
3. Druk op de Test-knop onder de batterijruimte.
4. Alle vier indicatielampjes lichten ongeveer
4–5 seconden op.
5. Indien het lampje Test... en Batt. klaar drie seconden
blijven oplichten terwijl de andere lampjes uitgaan, is de
batterijruimte volledig operationeel zonder fouten.
6. Indien het lampje Fout oplicht, doet zich ergens in de
batterijruimte een fout voor.
Om de fout op te sporen, drukt u op de Test-knop en
houdt u deze ingedrukt. Indien bepaalde
indicatielampjes samen oplichten, duidt dit een
specifieke fout aan. (Zie de Tabel met foutcodes op
pagina 19 om de fout te identificeren en een
corrigerende handeling te verrichten.)
NB: De batterijruimten werken onafhankelijk van elkaar en
één batterijruimte met een fout heeft geen invloed op de
andere batterijruimten. Er zijn echter veelvoorkomende
fouten die invloed op alle batterijruimten kunnen
uitoefenen.
an
an
an
an