10
Sluit de draad aan L van de driver op de PHASE-kabel van uw installatie. Sluit ook de kabel
aan Nee. van de driver naar de NEUTRALE kabel van uw installatie. Plaats vervolgens de dri-
ver in de sleuf van de montagebeugel. Zorg ervoor dat er geen beknelde draden zijn.
13
A
Schuif kruisbloem (EEN) omhoog om de schroeven te passen die uit het onderdeel steken
k. Eenmaal ingeschakeld, draait u de kruisbloem naar links. Zorg ervoor dat er geen draden
bekneld raken.
16
Draai ten slotte met behulp van een schroevendraaier de schroeven vast zodat het onderdeel
goed vastzit.
11
14
K
17
12
15
18
NE DE RL ANDS
17