14 – Onderhoud
LET OP: volg voordat u onderhoud uitvoert de routine die staat
aangegeven in punt 1 van paragraaf 5 op pagina 12.
Plaats de machine op een horizontaal en stabiel oppervlak.
Kom nooit met uw lichaam of delen daarvan onder de machine wanneer
deze wordt opgeheven door de laadarm.
Stappen die moeten worden genomen om de machine in goede staat te houden:
- Voor ieder gebruik van de machine:
1. Voer een visuele inspectie van de machine uit. Controleer of de componenten in goede staat zijn
en goed gemonteerd zijn (mechanische onderdelen en beschermingen). Gebruik de machine niet
als u een olielek opmerkt in de aandrijving van de frees of in het hydraulische circuit en/of als u
opmerkt dat onderdelen van de machine kapot of versleten zijn, ontbreken of niet goed zijn
bevestigd.
2. Controleer of de schoepen intact zijn en goed zijn bevestigd. Als er tijdens het werken schoepen
breken, stop dan onmiddellijk met werken en vervang ze.
- Regelmatig/vroeg in het gebruiksseizoen van de machine:
• Freeseenheid:
1. Smeer de rolafsteller* met het speciale smeerpistool (Afb. 24).
2. Controleer het vetniveau in de kettingbehuizing met de speciale dop (Afb. 25). Voeg alleen
smeermiddel toe als er vet is verdwenen.
3. De schoepen controleren en vervangen: zie deel 15, p. 27.
• Optionele zaaieenheid:
1. Smeer de aandrijfketting van de rol-borstelbeweging van de trechter en plaats tenslotte de
behuizing terug. Controleer de kettingspanning: de ketting moet ongeveer 1 cm speling
hebben; pas de spanning indien nodig aan met de speciale spanner (Afb. 26).
2. Pas indien nodig de afstand borstel-rol aan met de speciale schroeven: (Afb. 27); de
borstel moet zo worden afgesteld dat hij op de rol werkt zonder deze te blokkeren.
3. Controleer of de borstel in de trechter intact is en al zijn haren heeft; controleer of de
borstel vrij draait door de zaairol handmatig te draaien.
4. Controleer of de openings-/aanpassingshendel goed werkt.
5. Controleer of het zaad goed naar buiten komt, door te controleren of de gaten van de box
vrij zijn en niet verstopt zitten.
Lees paragraaf 16 op pagina 29 voor het reinigen van de machine en de zaai-eenheid.
Alle ingrepen bij breuk en schade moeten worden uitgevoerd door personeel dat is opgeleid voor
het onderhouden van mechanische landbouwmachines. Neem in dat geval contact op met uw
dealer of rechtstreeks met technici van R2.
Lees voor onderhoud aan het zaaiersamenstel (optioneel) de relevante gebruiks- en
onderhoudshandleiding.
Draag tijdens onderhoudswerkzaamheden
veiligheidsschoenen en -handschoenen. Draag altijd nitril
handschoenen en een veiligheidsbril bij smeer-
/invetwerkzaamheden en bij het controleren van het
smeermiddelpeil.
Verwijder na het smeren/invetten eventuele smeermiddelresten van de vloer om uitglijden te
voorkomen.
*Raadpleeg de tabel in deel 3, p. 8 voor de gebruikte types smeermiddel).
25
NEDERL
25