12 – Aanpassen en gebruik van de zaaier SM
Vul de trechter met zaad en sluit de deur.
Om de hoeveelheid zaad dat moet vallen aan te passen, gebruikt u de knop op de openingshendel
van de trechter (Afb. 23 - Ref A) en stelt u deze in op de gewenste positie op de schaalverdeling.
Met hendel voor openen/sluiten (Afb. 23
– Ref. B) waarop de knop zit, kan worden aangepast hoeveel zaad er valt. Om de hoeveelheid te
vergroten of te verkleinen verandert u de positie van de knop op de schaalverdeling.
De hoeveelheid vallend zaad kan verschillen afhankelijk van het gebruikte zadenmengsel en de
snelheid van de tractor. Om te bepalen wat de optimale instelling is op basis van het gebruikte
type/mengsel zaad, moet u tests uitvoeren op een gladde en gelijkmatige, vlakke ondergrond
voordat u de werkzaamheden start.
Om het zaaien te stoppen, brengt u de hendel van de zaaier op de positie uit (Afb. 23 - Ref. C).
Houd uw handen uit de buurt van de trechterborstel; sluit altijd de deksels van
de trechter voordat u de machine gebruikt. Als er bij het gebruik of het vullen
van de trechter veel stof ontstaat, bescherm uzelf dan met een stofmasker.
Afb.
23
C
23
B
A
NEDERL
23