Bedrading
• Aansluiting via een veldbusconnector (optie, kan als toebehoren worden besteld).
Aarding via één van de aardschroeven (aansluitkop, veldbehuizing) wordt aanbevolen.
4.3.1 Kabelwartels of -doorvoeren
Fig. 7: Aansluiting op de veldbuskabel - links ingebouwd in de veldbehuizing, rechts ingebouwd in de aansluitkop
1
Veldbus-aansluitklemmen - veldbuscommunicatie en voedingsspanning
2
Interne aardklem
3
Externe aardklem
4
Afgeschermde veldbuskabel
‣
De klemmen voor de veldbusaansluiting (1+ en 2-) zijn niet gevoelig voor de polariteit.
‣
Aderdiameter:
2
– Max. 2,5 mm
2
– Max. 1,5 mm
‣
Gebruik een afgeschermde kabel voor de aansluiting.
4.3.2 Afscherming en aarding
Een optimale elektromagnetische comptabiliteit (EMC) van het veldbussysteem is alleen
gewaarborgd, wanneer systeemcomponenten en in het bijzonder de kabels zijn afgeschermd en
de afscherming een zo volledige mogelijke omhulling vormt.
Het veldbussysteem maakt drie verschillende typen afscherming mogelijk:
• Afscherming aan beide uiteinden.
• Afscherming aan de voedende zijde met capacitieve afsluiting op het veldinstrument.
• Afscherming aan één uiteinde aan de voedende zijde.
15
voor schroefklemmen
voor veerklemmen . Striplengte van ader = min. 10 mm (0,39 in)
TMT84
A0008284
Endress+Hauser