• Het nabewerkingsstation is alleen bestemd voor het gebruik op netspanning (zie hoofdstuk "Technische
gegevens"). Sluit het nabewerkingsstation met behulp van de stroomkabel alleen op een correct ge-
plaatst stopcontact van het openbare elektriciteitsnetwerk aan.
• Gebruik het nabewerkingsstation nooit voor het verwarmen van vloeistoffen of gassen.
• Richt de stroom hete lucht nooit richting het nabewerkingsstation, de stroomkabel, de slang, etc. Richt de
stroom hete lucht nooit op personen of dieren, gevaar voor brandwonden!
• Werk of soldeer nooit onderdelen of componenten die onder spanning staan. Schakel altijd eerst de
spanning uit.
Voorzichtig!
Het aanraken of het solderen van condensatoren (of soortgelijke componenten) of daaraan verbonden
leidingen/geleiders kan een levensgevaarlijke elektrische schok veroorzaken! Condensatoren kunnen
zelfs uren na het uitschakelen van de bedrijfsspanning nog geladen zijn!
• Afhankelijk van het werkstuk resp. het soldeer-/ontsoldeerproces, moet het werkstuk met geschikte klem-
middelen worden vastgezet. Daardoor heeft u beide handen vrij voor het soldeer-/ontsoldeerproces.
• Plaats het mondstuk voor de hete licht altijd op in de houder als het niet wordt gebruikt.
• Houd uw werkplek schoon.
• Werk uitsluitend wanneer de werkplek voldoende verlicht is.
• Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het solderen. Soldeer- en vloeistofdampen kunnen schadelijk zijn
voor de gezondheid.
Hetzelfde geldt als het product wordt gebruikt als een hete lucht-blazer (bijv. voor het krimpen van krimp-
kousen); giftige of schadelijke gassen kunnen hier ook worden geproduceerd.
• Was uw handen grondig na het werken met soldeer.
• Eet of drink niet tijdens het solderen en neem soldeertin niet in de mond.
• Draag tijdens het solderen/ontsolderen een veiligheidsbril en geschikte beschermende kleding. Vloei-
baar soldeertin, soldeerspetters, etc. kunnen ernstige brandwonden of oogletsel veroorzaken!
• Gebruik bij het solderen nooit soldeervetten, soldeerzuren of soortgelijke hulpmiddelen. Deze veroorza-
ken een slechte soldeerverbinding. Gebruik bij voorkeur een soldeerdraad met een vloeimiddelkern (een
zgn. harskernsoldeer) of passende SMD-soldeer.
• Raak het hete lucht-mondstuk niet aan de punt aan, gevaar voor brandwonden!
• Vervang het mondstuk alleen als het hete lucht-mondstuk volledig is afgekoeld.
• Soldeer uitsluitend op niet-brandbare oppervlakken. Let op materialen die in de buurt liggen omdat deze
door de hitte beschadigd kunnen raken.
• Gebruik het product op gematigde breedten, nooit in de tropen. Raadpleeg het hoofdstuk "Technische
gegevens" voor de toegestane omgevingscondities.
• Schakel het product nooit direct in wanneer het van een koude ruimte in een warme ruimte is gebracht.
De condens die daarbij ontstaat kan onder bepaalde omstandigheden de werking van het apparaat sto-
ren of tot beschadiging leiden! Bovendien bestaat er vanwege vochtigheid op het nabewerkingsstation,
de stroomkabel of stekker de mogelijkheid van een levensgevaarlijke elektrische schok!
9