6.5 Eerste ingebruikname
Om precieze weegresultaten met behulp van elektronische weegschalen te krijgen,
dienen ze een juiste werkingstemperatuur te bereiken (zie: "Opwarmingstijd",
hoofdstuk 1). Tijdens opwarming moet de weegschaal elektrisch gevoed worden
(contact of batterij).
De nauwkeurigheid van de weegschaal is van lokale valversnelling afhankelijk.
Men dient de voorschriften van het hoofdstuk "Justeren" absoluut te volgen.
6.6 Justeren
Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke
weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels
van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van installatie van de
weegschaal (enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gejusteerd op de
plaats van installatie). Een dergelijk justeerproces dient men uit te voeren bij eerste
ingebruikname, na elke wijziging van locatie van de weegschaal als ook bij
temperatuurschommelingen van de omgeving. Om nauwkeurige meetwaarden te
bereiken is het aanbevolen om aanvullend cyclisch de weegschaal te justeren ook in
de weegmodus.
6.7 Justeren
Het justeren dient te worden uitgevoerd met behulp van het aanbevolen
kalibratiegewicht (zie hoofdstuk 1 "Technische gegevens").
FOB-S-BA-nl-1312
10