6.3
Voordat u het apparaat ter reparatie opstuurt
Voordat u het apparaat naar een serviceagent stuurt, moet u contact opnemen met de technische
ondersteuning om er zeker van te zijn dat het probleem het gevolg is van een storing en niet wordt
veroorzaakt door andere factoren.
De reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door servicetechnici die geautoriseerd zijn door de
fabrikant.
In onderstaande tabel vindt u de procedures die u dient te volgen bij een storing.
Symptoom
De meter schakelt niet in met de
toets AAN / UIT.
Tijdens het meten, het symbool
is weergegeven.
Opeenvolgende resultaten
verkregen
in
meetpunt
aanzienlijk.
Meetfouten wanneer het apparaat is
verplaatst van een koude naar een
warme en vochtige omgeving.
De meter toont waarden dichtbij nul of
nul ongeacht de meetplaats en de
waarden wijken aanzienlijk af van de
verwachte waarden
7.1
Monitoring van de voedingsspanning
De batterijlading wordt weergegeven door de indicator in de rechterbovenhoek van het scherm, zoals
weergegeven in de onderstaande afbeelding.
Batterij is leeg.
Foutieve verbinding in
hetzelfde
de te testen installatie
verschillen
Installatie
hoog
of
spanning.
Noodzaak om te
acclimatiseren.
Fout in de kortsluitlus.
7
Voeding van de meter
Afb.33 Batterijlaadindicator
MZC-320S ● MZC-330S -
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Reden
met
een
storingsniveau
een
onstabiele
Actie
Zorg ervoor dat de batterij niet
leeg is. Probeer de batterij op te
laden. Als het probleem zich blijft
voordoen, stuurt u het apparaat
naar de serviceagent.
Zoek en verwijder defecte
verbindingen.
Voer meer metingen uit. Het
gemiddelde van de resultaten.
Gebruik de MENU-optie:
„Verwachte verspreiding" (zie
paragraaf 3.8.1).
Gebruik het apparaat pas als de
omgevingstemperatuur en
droogijd (ca. 30 min) is bereikt.
Stuur het apparaat naar een
serviceagent.
31