Bedieningsmogelijkheden
8
Bedieningstoetsen van het veldaanwijsinstrument ("-", "+", "E")
Tijdens de configuratie moet het display aangesloten blijven op de elektronica.
1.
Verwijder het behuizingsdeksel
2.
Verwijder het display
3.
De bedieningstoetsen op het instrument zijn toegankelijk.
4.
Configureer het instrument via de bedieningstoetsen.
5.
Positioneer het display in de gewenste hoek.
6.2.1
Navigatie
De bedieningspanelen zijn onderverdeeld in 2 niveaus.
Menu: in het menuniveau kunnen verschillende menu-items worden geselecteerd. De
individuele menu-items zijn een samenvatting van de bijbehorende bedieningsfuncties.
Bedieningsfunctie: een bedieningsfunctie kan worden gezien als een groepering van
bedieningsparameters. De bedieningsfuncties voeren de eigenlijke acties of configuratie van
het instrument uit.
Bedieningstoetsen:
"E" toets: ga naar het programmeermenu wanneer de "E"-toets langer dan 3 seconden wordt
ingedrukt.
• Kiezen bedieningsfuncties.
• Toepassen waarden.
• Wanneer de "E"-toets langer dan 3 seconden wordt ingedrukt, keert het display direct terug
naar de home-positie. Eerst wordt gevraagd of de tot nu toe ingevoerde gegevens moeten
worden opgeslagen.
• Bewaar ingevoerde gegevens.
16
RIA14
A0011261
Endress+Hauser