Configuratie van de netparameters
Voor de configuratie van de netparameters kiest u eerst de toepasselijke norm in het dropdownmenu
'Landcode'
.
Controleer de opgegeven waarden en pas deze indien noodzakelijk aan de opgaven van de lokale
netuitbater aan.
Klik vervolgens op
Functietest
Om de automatische toestandscontrole te starten, klikt u op
Opmerking:
groen vinkje. Indien de test mislukt, wordt dit met een rood kruis gesignaleerd.
Start de functietest nogmaals.
Indien de test nogmaals mislukt:
Vergewis u ervan dat de bekabeling correct is uitgevoerd.
Schakel het energieopslagsysteem uit. De reeds ingevoerde gegevens blijven behouden.
Voer de stappen opnieuw uit.
Indien de beschreven afstelmaatregelen geen succes boeken, neemt u contact op met de
VARTA-service.
Afsluiten van de configuratie
Na uitvoering van de configuratie sluit u de installatie af met een klik op de knop
'Afsluiting'
.
Opmerking:
'Rapport opslaan'
u op de knop
Optie individuele werking
installatieassistent afsluiten. U komt op de startpagina van de webinterface terecht. Hier kunt u
verdere configuraties uitvoeren en actuele waarden oproepen.
Optie werking in energiecascade:
geslaagd, komt u rechtstreeks in de cascademanager terecht.
Cascademodus
Zodra de functietest geslaagd is, wordt de 'cascademanager' opgeroepen.
Kies de stroomsensorconfiguratie uit.
Voer de noodzakelijke gegevens voor de te koppelen opslag in.
Opmerking:
VARTA Link
Druk op de knop
De verbonden opslag wordt in het overzicht 'Gekoppelde opslagen' weergegeven.
'Verder'.
dit proces kan enkele minuten duren. Indien alles in orde is, verschijnt een
indien het installatierapport op de computer opgeslagen dient te worden, drukt
.
: nadat de functietest met succes afgesloten is, kunt u de installatie van de
zodra de installatieassistent afgesloten is en de functietest
Indien u de VARTA Link als stroomsensor gebruikt, voert u het
in.
'Verbinden'
.
'Starten'.
IP-adres
van de
47