Indringen van water in elektrische installaties.
Levensgevaar door stroomstoot.
Verwondingen van personen en materiële schade door verkeerde opstelling en
plaatsgebrek.
Kneuzingen van ledematen.
Geschikte montageplaatsen
Geschikt zijn bijvoorbeeld droge kelders, opbergkamers en kamers met de elektriciteitskasten.
Let er bij de montage op dat de werkingsgeluiden van de energieopslag storend kunnen zijn.
Montageplaatsen
Handhaaf op de plaats van opstelling de volgende afmetingen en omgevingsvoorwaarden:
Afmetingen en uitrusting
Kamervolume min. 30 m³.
Wandoppervlakte van min. 200 cm x 90 cm (hoogte x breedte).
De wand moet verticaal en effen zijn. Het draagvermogen moet voorzien zijn op 4-maal het eigen
gewicht van de energieopslag. Het gewicht van de energieopslag vindt u in hoofdstuk 5.7 'Technische
karakteristieken', bladzijde 17.
Laat eventueel de statica controleren.
De ondergrond, aansluitende wanden en plafonds mogen niet uit warmtegevoelig materiaal bestaan.
Opdat de koellucht ongehinderd uit het apparaat kan ontwijken, mag de afstand tot belendende
inrichtingen niet kleiner dan 15 cm zijn. Boven de behuizing moet een vrije ruimte van ten minste
30 cm hoog voorzien worden.
Vóór het apparaat is een vrije oppervlakte van ca. 120 cm diep vereist om installatie- en
onderhoudswerkzaamheden aan de voorkant te kunnen uitvoeren. De schroeven voor het openen van
28
WAARSCHUWING
Plaats de energieopslag uitsluitend binnen gebouwen.
Let op de IP-veiligheidsklasse van de energieopslag.
Let op alle eisen aan de plaats van opstelling.
VOORZICHTIG
Plaats de kast derwijze dat bij reglementair gebruik een gevaarloze
installatie, bediening, onderhoud en demontage mogelijk zijn.