WASMIDDELEN EN TOEVOEGINGEN GEBRUIKEN
Volg altijd de instructies die u
kunt vinden op de verpakking van
de wasmiddelen.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN
1.
Draai de programmaschakelaar. Het
bijbehorende programma-indicatie-
lampje gaat branden.
2.
Het lampje van toets
het rood.
3.
De display toont de standaard tem-
peratuur, de centrifugesnelheid en de
lege indicatiebalkjes van de beschik-
bare functies.
4.
Om de temperatuur en/of de centri-
fugesnelheid te wijzigen, drukt u op
de bijbehorende toetsen.
5.
Stel de beschikbare functies in.
6.
Druk op toets
te starten. Het lampje van toets
aan.
De afvoerpomp kan even werken
als het apparaat gevuld wordt met
water.
EEN PROGRAMMA
ONDERBREKEN
1.
Als u op de toets
catielampje knippert.
Het vakje voor het wasmiddel van de voorwasfase.
Het vakje voor het wasmiddel voor de wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter, stijfsel).
M
Het teken
is het maximale niveau voor vloeibare wasmiddelen.
4
knippert in
4
om het programma
4
drukt: Het indi-
2.
Als u opnieuw op toets
wasprogramma gaat verder.
EEN PROGRAMMA
ANNULEREN
1.
Druk op toets
te annuleren en om het apparaat uit
te schakelen.
2.
Druk opnieuw op toets
apparaat in te schakelen. U kunt nu
een nieuw wasprogramma kiezen.
Het apparaat pompt geen water
weg.
is
4
EEN FUNCTIE WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen
voordat ze gaan werken.
1.
Als u op de toets
catielampje knippert.
2.
De ingestelde functie wijzigen.
NEDERLANDS
17
4
drukt. Het
om het programma
1
1
om het
drukt: Het indi-
4