LET OP
Het retourwater naar de EKHB*-warmtewisselaar mag
nooit warmer dan 55°C zijn.
Stel de doeltemperatuur van het uittredend water daarom
nooit in op meer dan 55°C op de controller van de ketel en
monteer een Aquastat
van de EKHB*-unit.
Controleer of de terugslagkleppen (lokale levering) juist in
het systeem geïnstalleerd zijn.
Controleer of de kamerthermostaat EKRTR of EKRTW niet
voortdurend AAN/UIT wordt geschakeld.
Daikin is niet aansprakelijk voor eventuele schade die
ontstaat wanneer dit voorschrift niet wordt nageleefd.
(a) De Aquastat-klep moet ingesteld zijn op 55°C en moet de retourwaterstroming
naar de unit afsluiten wanneer de gemeten temperatuur meer dan 55°C
bedraagt. Wanneer de temperatuur zakt, moet de Aquastat-klep de
retourwaterstroming naar de EKHB*-unit weer herstellen.
INFORMATIE
Handmatige toelating naar de EKHB*-unit op de ketel.
In het geval alleen dat EKHB*-unit mag werken in de stand
verwarmen van ruimten, schakelt u de bivalente werking
uit aan de hand van instelling [C-02].
In het geval alleen de ketel mag werken in de stand
verwarmen van ruimten, verhoogt u de bivalente
inschakeltemperatuur [C-03] tot 25°C.
Verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
Verwarming van water voor huishoudelijk gebruik gebeurt zoals
beschreven in
"Toepassing 2" op pagina
(1) Indien de unit voor de stand beperkte elektrische voeding geconfigureerd
is, zie
"Appendix" op pagina
Montagehandleiding
9
(a)
-klep in de retourwaterstroming
(1)
5.
52.
Toepassing 6
Verwarmen van ruimten met kamerthermostaattoepassing via vloer-
verwarmingslussen en ventilatorconvectoren. De vloerverwarmings-
lussen
en
ventilatorconvectoren
watertemperatuur.
De vloerverwarmingslussen vereisen in de verwarmingsstand een
lagere watertemperatuur dan de ventilatorconvectoren. Om deze
twee instelpunten mogelijk te maken, wordt een mengstation gebruikt
dat de watertemperatuur aanpast aan de vereisten van de vloer-
verwarmingslussen. De ventilatorconvectoren zijn rechtstreeks
aangesloten op het watercircuit van de binnenunit en de vloer-
verwarmingslussen zijn aangesloten na het mengstation. De
binnenunit bestuurt dit mengstation niet.
De werking en configuratie van het lokale watercircuit behoort tot de
verantwoordelijkheid van de installateur.
Daikin biedt alleen een besturingsfunctie met dubbele instelpunten.
Deze functie maakt twee instelpunten mogelijk. Afhankelijk van de
vereiste watertemperatuur (vloerverwarmingslussen en/of ventilator-
convectoren zijn vereist), kan het eerste of het tweede instelpunt
worden geactiveerd.
T1
T2
1
2
3
4
5
6
6
1 Buitenunit
2 Binnenunit
3 Warmtewisselaar
4 Backupverwarming
5 Pomp
6 Afsluiter
7 Verdeelstuk zone B (lokale levering)
8 Verdeelstuk zone A (lokale levering)
9 Mengstation (lokale levering)
FCU1...3 Ventilatorconvector (optie)
FHL1...3 Vloerverwarmingslus
T1 Kamerthermostaat voor zone A (optie)
T2 Kamerthermostaat voor zone B (optie)
INFORMATIE
■
Het voordeel van besturing met dubbel instelpunt is
dat de warmtepomp zal/kan werken met de laagste
vereiste temperatuur van uittredend water wanneer
alleen vloerverwarming vereist is. Een hogere
temperatuur van het uittredend water wordt alleen
vereist in het geval de ventilatorconvectoren werken.
Dit levert betere prestaties van de warmtepomp op.
■
Het
hydraulisch
(Hydrobox – mengstation – FCU1...3)
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
vereisen
een
verschillende
B
7
FCU1
FCU2
FCU3
A
8
FHL1
9
FHL2
FHL3
evenwicht
is
zeer
belangrijk.
EKHBH/X008BB
4PW62570-3A – 01.2011