LEVENSMIDDELEN IN DE KOELKAST/VRIEZER BEWAREN
6
Groenten- en fruitlade (bovenste)
•
Voor het bewaren van groenten en fruit.
7
Groenten- en fruitlade (onderste)
•
Voor het bewaren van groenten en fruit.
•
Deze lade is betrekkelijk luchtdicht. Het voedsel in deze lade en de overige
levensmiddelen in de koelkast beïnvloeden elkaar niet. De smaak van deze producten
blijft daardoor beter bewaard.
8
Zuivelvak
•
Voor het bewaren van vette producten als boter en kaas.
9
Deurvak
•
Voor het bewaren van pakken melk en yoghurt enz.
10
Vak voor dranken
•
Voor het bewaren van fl essen en blikjes.
11
Eierrek
•
Leg de eieren in het eierrek en plaats het eierrek op het legplateau van veiligheidsglas.
12
Wijnrek
•
Voor het korte tijd bewaren van wijn.
13
Home Bar
•
Uw favoriete drankjes en hapjes binnen handbereik.
14
IJsbakje
•
Voor het maken van ijsblokjes. U kunt het bakje verwijderen wanneer u geen ijsblokjes
maakt.
•
Levensmiddelen die bij een temperatuur van 5 °C of lager bewaard worden, kunnen bevriezen.
•
De temperatuur binnenin de koelkast kan stijgen als er tegelijkertijd veel warme producten in het
NB
apparaat worden geplaatst. De temperatuur keert normaal gesproken na 24 uur weer terug naar de
normale waarde.
•
Nadat de koelkast ingeschakeld is, wordt het bereiken van de juiste temperatuur door verschillende
omstandigheden bepaald. Plaats levensmiddelen eerst in de koelkast nadat de temperatuur voldoende
gedaald is.
•
Dranken en/of zeer veel vocht bevattend voedsel (zoals groenten en fruit), moeten in een afgesloten
verpakking of afgesloten vak bewaard worden.
•
Open de deuren niet te vaak en/of houd deze niet te lang open, opdat de koelkast effi ciënt blijft werken
en het stroomverbruik niet toeneemt.
•
Wanneer de deur van de vriezer geopend wordt kan het oppervlak van de accessoires beslagen raken.
Dit is normaal.
•
Wanneer de omgevingstemperatuur erg hoog is kan er een kleine hoeveelheid condenswater in de
koelkast ontstaan. Dit is normaal.
•
Gebruik geen warm water voor het maken van ijsblokjes. Wij raden u aan om het ijsbakje niet op een
andere lokatie in het apparaat te plaatsen.
9