•
Zorg voor voldoende omgevingsverlichting.
•
Let op voor beknelling tussen laadbak en frame of zij- voor- en achterkleppen.
•
Een aanhangwagen moet op een stabiele ondergrond staan (niet in grind of
zand weg kunnen zakken) tijdens het kippen. Aanhangwagen kan omvallen.
•
De kiprinrichting gebruiken op een helling is levensgevaarlijk. Aanhangwagen
kan omvallen.
•
Bij gebruik van kipinrichting de gemonteerde steunpoten altijd gebruiken. (voor
instructies zie hoofdstuk 3.2.2)
•
Overschrijd de maximale belasting niet. (zie type/constructieplaatje)
•
Overschrijd de maximaal toelaatbare kogeldruk niet. (zie type/constructieplaatje)
•
Overschrijd de maximale belasting van de bindringen niet.
•
Gebruik de afstandsbediening alleen na het lezen van de bedienings-
voorschriften, zie: 3.1.2 .
2.3
NIET TOEGESTAAN GEBRUIK
De aandacht wordt gevestigd op de volgende toepassingen waarvoor de
aanhangwagen niet geschikt is:
•
Het vervoer van personen of dieren op de aanhangwagen.
•
Het lossen van stukgoederen met de kipinrichting.
•
Het gebruik als hefinrichting zowel van personen als goederen.
2.4
GEBRUIKERS
2.4.1
BEDIENERS
De aanhanger kan bediend worden door elke volwassen persoon, die de inhoud van de
hoofdstukken veiligheid en bedieningsvoorschriften uit deze documentatie kent en
opvolgt. Een speciale opleiding is niet vereist. Voor het rijden met de aanhanger is
uiteraard een relevant rijbewijs noodzakelijk
2.4.2
SERVICEPERSONEEL
Een speciale kennis, ervaring en/of opleiding is vereist. Voor het rijdend gedeelte:
kennis en ervaring op het gebied van het onderhoud van motorvoertuigen. Voor het
hydraulisch gedeelte: kennis en ervaring op het gebied van het onderhoud van
hydraulische systemen.
2.5
WERKPLEK
Om de kipinstallatie te kunnen bedienen dient er een werkplek vrijgehouden te worden
van 100 cm breed rondom de aanhanger.
Wagenbouw HAPERT
14