5.
Klik aan de linkerkant op "Network Settings".
Hierdoor wordt de "Network Settings" pagina geopend.
De rode kaders laten zien welke invoer en instellingen hier vereist zijn. U hoeft geen andere
instellingen te veranderen.
Zie voor details over deze pagina "Configureer netwerkinstellingen via de pagina met
netwerkinstellingen" (bladzijde 23).
6.
Klik op de "Obtain an IP address automatically" knop zodat deze verandert in
.
7.
Klik op de "Auto" knop in het "DHCP Settings" gedeelte zodat deze verandert in
.
8.
Configureer de instellingen voor verbinding met een draadloos
LAN-toegangspunt vanaf de projector.
1. Klik op de "Enable" knop in het "External Access Point" gedeelte zodat deze verandert in
2. Klik op [Scan Access Point].
"Select an access point." verschijnt in het "External Access Point SSID" vak.
3. Klik op de [] knop rechts van het "External Access Point SSID" (SSID extern toegangspunt)
vak en selecteer de SSID waar u verbinding mee wilt maken van de lijst die zal verschijnen.
De lijst die verschijnt wanneer u op de [] knop klikt, toont toegangspunten waarvan de
signalen op dat moment gedetecteerd kunnen worden door de projector en maximaal acht
toegangspunten waarmee eerder verbinding is gemaakt.
Als u met de hand een SSID wilt invoeren, moet u de "Enter the key." optie van de lijst
selecteren. Voer vervolgens de gewenste SSID in het "External Access Point SSID" vak in.
4. Voer in het "Passphrase/WEP Key" vak het wachtwoord of de WEP-sleutel in voor het
toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken.
U hoeft niets in te voeren als het toegangspunt dat u wilt gebruiken geen wachtwoord of
WEP-sleutel vereist.
Elk teken van het wachtwoord of de WEP-sleutel dat u invoert wordt aangegeven door een
asterisk (*) in het invoervak in kwestie. Als u wilt kunnen zien welke tekens u heeft
ingevoerd, moet u het "Hide characters" aankruisvakje leeg maken.
5. Klik op [Apply] om uw verbindingsinstellingen op te slaan.
Als het wachtwoord of de WEP-sleutel correct is, zal het normaal gesproken één tot een
paar minuten duren voor er verbinding tot stand wordt gebracht met het toegangspunt.
11
.