4
x
Inbedrijfstelling
4
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING!
● Een op ondeskundige wijze in bedrijf gestelde
Daikin Altherma EHS(X/H) kan het leven en de
gezondheid in gevaar brengen en slecht functio-
neren.
LET OP!
Door een ondeskundig in bedrijf gestelde Daikin
Altherma EHS(X/H) kan materiële en milieuschade
ontstaan.
● Minimumvereisten voor de kwaliteit van vul- en
aanvulwater:
– Waterhardheid (calcium en magnesium, bere-
kend als calciumcarbonaat): ≤ 3 mmol/l
– Geleidingsvermogen: ≤ 2700 μS/cm
– Chloride: ≤ 250 mg/l
– Sulfaat: ≤ 250 mg/l
– pH-waarde (verwarmingswater): 6,5 - 8,5.
● Als de hierboven genoemde minimumvereisten
voor de waterkwaliteit van plaatselijke waterlei-
dingbedrijven niet kunnen worden gegarandeerd,
moeten geschikte voorzorgsmaatregelen worden
genomen voor de watervoorbereiding.
● Wanneer de installatie in werking is, moet met
regelmatige intervallen de waterdruk worden
gecontroleerd. Eventueel d.m.v. bijvullen
aanpassen.
4.1 E
e inbedrijfstelling
erst
De eerste inbedrijfstelling van de Daikin Altherma EHS(X/H) mag
uitsluitend door geautoriseerde en geschoolde verwarmings-
technici worden uitgevoerd.
4.2 Opnieuw in bedrijf stellen
4.2.1 Voorwaarden
LET OP!
Inbedrijfstelling tijdens vriestemperaturen kan tot
schade aan het volledige systeem leiden.
● Inbedrijfstelling bij temperaturen onder 0 °C alleen
bij verzekering van een watertemperatuur van
minstens 5 °C in de verwarmingsinstallatie en in de
boiler.
Daikin raadt aan om het systeem bij extreme vorst niet
in bedrijf te stellen.
– De Daikin Altherma EHS(X/H) is volledig aangesloten.
– Het koelmiddelsysteem is ontvochtigd en met de voorge-
schreven hoeveelheid koelmiddel gevuld.
– De verwarmings- en warmwaterinstallatie is gevuld en staat
onder de juiste druk (zie hoofdstuk 7.5).
– De boiler is tot aan de overloop gevuld (zie hoofdstuk 7.4).
Bedieningshandleiding
28
4.2.2 Inbedrijfstelling
Als de boilertemperatuur onder bepaalde minimum-
waarden zakt, dan verhinderen de veiligheidsinstel-
lingen van de Daikin Altherma EHS(X/H) de werking
van de warmtepomp bij lage buitentemperaturen:
– Buitentemperatuur < -2 °C, minimale
boilertemperatuur = 30 °C
– Buitentemperatuur < 12 °C, minimale
boilertemperatuur = 23 °C.
Zonder aanjaagverwarmer:
Het boilerwater moet door een externe bijverwarmer tot
de vereiste minimale boilertemperatuur worden ver-
warmd.
Met aanjaagverwarmer (EKBUxx):
Bij een buitentemperatuur < 12 °C en een boilertempe-
ratuur < 35 °C wordt de aanjaagverwarmer (EKBUxx)
automatisch ingeschakeld om het boilerwater tot min-
stens 35 °C te verwarmen.
1. Koudwateraansluiting controleren en warmtewisselaar voor
drinkwater vullen.
2. Stroomtoevoer naar de Daikin Altherma EHS(X/H)
inschakelen.
3. Startfase afwachten.
4. Na afsluiting van de startfase in verwarmingsbedrijf, de
verwarmingsinstallatie ontluchten, installatiedruk controleren
en evt. instellen (max. 3 bar).
(Mag alleen door verwarmingstechnicus worden
5. Visuele inspectie op lekkage bij alle verbindingsdelen in het
huis uitvoeren. Maak eventuele lekken vakkundig dicht.
6. Draaischakelaar op de regeling instellen op de gewenste
werkingsmodus.
7. Bij aangesloten Daikin
stellen volgens de meegeleverde handleiding. Na de
uitschakeling van de zonne-energie-installatie van Daikin
opnieuw het peil in het bufferreservoir controleren.
Air Purge
uitgevoerd.)
zonne-installatie, deze in bedrijf
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420932 – 05/2014