Afstellen branderdruk
De branderdruk voor alle toestellen wordt in de fabriek afgesteld op 12
De branderdruk dient volgens warmtebehoefte te worden afgesteld volgens tabel blz. 5.
Het afstellen van de branderdruk dient op de volgende wijze te geschieden :
-
Open schroefje drukmeetnippel branderdruk beveiligingssluiter 3 slagen (zie fig. 9, blz. 17).
-
Sluit gasdrukmeter op deze meetnippel aan en controleer nuldruk.
-
Verwijder het slangetje van de vuurhaardcompensatie.
-
Stel branders in werking (ruimtethermostaat "warmtevragend").
-
Lees branderdruk af.
- Indien branderdruk gewijzigd dient te worden, verdraai dan de stelschroef maximale branderdruk
(zie fig. 9, blz. 17).
N.B. Eerst afdekschroef verwijderen.
-
Voor verhogen branderdruk, stelschroef rechtsom draaien.
Voor verlagen branderdruk, stelschroef linksom draaien.
-
Na juiste afstelling de branders uitschakelen, gasdrukmeter verwijderen, drukmeetnippel weer
dichtdraaien, afdekschroef weer monteren en het slangetje van de vuurhaard-compensatie weer
aansluiten.
Controle van het gasverbruik
1.
Sluit alle andere gastoestellen af welke op dezelfde gasmeter zijn aangesloten.
2.
Neem m.b.v. een stopwatch of een horloge het gasverbruik op gedurende 60 seconden.
Bereken hieruit het aantal m
3.
Controleer aan de hand van de onderstaande tabel of het opgenomen verbruik overeen komt met
het berekende aantal m
Toestel
B - 14 VRX
B - 20 VRX
B - 26 VRX
B - 33 VRX
B - 40 VRX
3
/h of l/min.
3
/h of l/min.
3
Verbruik [m
/h]
minmaal
maximaal
1,38
1,74
2,09
2,68
2,88
3,44
3,72
4,16
4,08
4,85
16
3
Verbruik [l/min]
minimaal
23,0
34,8
48,5
62,3
68,0
mbar.
maximaal
29,0
44,6
57,3
69,3
80,0