2. Zet de handgreep rechtop (Figuur 48).
Naar voren klappen
1. Zet de handgreep rechtop en houd het pedaal ingetrapt.
2. Klap de handgreep helemaal naar voren en draai de
knop van de bovenste handgreep los (Figuur 49).
3. Om de handgreep uit te vouwen, zie
1 De handgreep uitklappen (bladz. 6).
De maaimachine uit de stalling
halen
1. Verwijder de bougie en draai de motor snel rond met
behulp van het startkoord om overtollige olie uit de
cilinder te verwijderen.
2. Plaats de bougie en draai hem met behulp van een
momentsleutel vast met een torsie van 20 Nm.
3. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
4. Test het veiligheidssysteem van de machine; zie
Het veiligheidssysteem van de machine testen (bladz. 21).
Figuur 48
Figuur 49
Het veiligheidssysteem van de
machine testen
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
3. Als de grasvanger niet op de machine is geplaatst,
moet u de afsluiter van de uitworp verwijderen en de
grasvanger monteren.
4. Start de motor.
5. Terwijl de motor draait tilt u de rechterachterhoek van
de grasvanger op tot het frame bovenaan rechts aan de
voorkant van de grasvanger volledig uit de rechtergleuf
is getild (Figuur 50). De motor moet afslaan.
Opmerking: In de rechtergleuf bevindt zich een
veiligheidsschakelaar.
Belangrijk: Verlaat de bestuurderspositie niet
terwijl u deze stap uitvoert.
21