Belangrijk: Als het oliepeil in het carter te
hoog of te laag is en u laat de motor toch
draaien, kunt u deze beschadigen.
13. Draai de peilstok met de hand stevig terug op zijn
plaats.
14. Geef de oude olie af bij een erkend inzamelpunt.
De tandwieloverbrenging
smeren
Onderhoudsinterval: Jaarlijks
1. Verwijder de wielbout in het midden van elk achterwiel
en verwijder de achterwielen.
2. Smeer olie op de binnen- en buitenkant van de
tandwieloverbrenging zoals wordt getoond op de
afbeelding Figuur 39.
3. Monteer de achterwielen.
Het bovenste deel van de
handgreep smeren
Onderhoudsinterval: Jaarlijks
Smeer jaarlijks of zo vaak als nodig de linker- en rechterkant
van de bovenste handgreep in met een silicone smeerspray
met lage viscositeit.
1. Spuit het plastic uiteinde van de binnenste handgreep
in (Figuur 40).
Opmerking: Gebruik het rietje dat bij de spuitbus
hoort om de spray te kunnen richten.
Figuur 39
Figuur 40
2. Duw de bovenste handgreep helemaal naar beneden
en spuit het binnenste plastic oppervlak van de
buitenhendel in (Figuur 41).
De zelfaandrijving afstellen
Kabel
1. Draai de moer op de kabelbevestiging los (Figuur 42).
1. Kabelbevestiging
2. Trek de bovenste handgreep helemaal naar achteren.
Opmerking: Als de handgreep
niet vlot beweegt, raadpleeg dan
Het bovenste deel van de handgreep smeren (bladz. 18).
3. Trek de kabelmantel naar beneden tot de speling in de
blootgelegde kabel weg is (Figuur 43).
18
Figuur 41
1
G009696
Figuur 42