Hoofdbeeldscherm
Normale weergavescherm
7
6
5
4
3
2
1
1 CUE
De plaatsen van de op dat moment ingestelde cue- enlus-punten
worden aangegeven als merktekens.
2 MEMORY
De cue- en lus-punten die zijn opgenomen op USB-apparaten wor-
den aangegeven als merktekens.
3 A. CUE
Dit licht op wanneer een auto-cue is ingesteld.
= Instellen van een auto-cue (blz.24)
4 PLAYER
Dit geeft het spelernummer (1 – 4) aan dat aan dit toestel is
toegewezen.
5 TRACK
Hier verschijnt het muziekstuknummer (01 – 99).
6 REMAIN
Dit licht op wanneer de tijdsaanduiding staat ingesteld op aangeven
van de resterende speelduur.
7 Informatiescherm-gedeelte
De vergrote golfvorm die geanalyseerd werd met rekordbox enz.
wordt hier getoond.
8 Naam muziekstuk
9 PHASE METER
Dit geeft de hoeveelheid verschil aan in aantallen maten en beats
met de masterspeler wanneer de beat-synchroniseerfunctie wordt
gebruikt.
a BEAT COUNTDOWN
Dit geeft het aantal maten of beats aan van de huidige weergaveposi-
tie tot het dichtstbijzijnde opgeslagen cue-punt.
b KEY
Dit geeft de toonsoort van het muziekstuk aan.
c Display ZOOM en GRID ADJUST stand
Wanneer de draaiknop meer dan 1 seconde ingedrukt wordt gehou-
den, wordt er heen en weer geschakeld tussen de [ZOOM] stand en
de [GRID ADJUST] stand.
! [ZOOM]-stand: De golfvorm zoomt in of uit wanneer de draai-
knop wordt verdraaid.
! [GRID ADJUST] stand: Wanneer de draaiknop wordt verdraaid,
wordt het beatpatroon aangepast.
18
Nl
8
m
9
a
l
k
Het beatpatroon kan worden aangepast met de
[MENU (UTILITY) ]-toets.
— [reset]: Resetten van het beatpatroon.
— [snap grid (CUE)]: Verplaatst de eerste beat naar de positie
van de op dit moment ingestelde cue.
— [SHIFT GRID]: Reflecteert de resultaten van de aanpassingen
tijdens het synchroniseren (toonhoogtebuiging enz.) op het
beatpatroon.
d QUANTIZE
Dit wordt weergegeven wanneer [QUANTIZE] is ingeschakeld.
e Tijdsaanduiding (minuten, seconden en frames)
Er zijn 75 frames in een seconde.
f MT
Dit licht op wanneer het hoofdtempo wordt ingesteld.
= Bijregelen van de afspeelsnelheid zonder de toonhoogte te verande-
ren (Master-tempo) (blz.22)
g BPM
Toont de BPM (aantal beats per minuut) van het op dat moment
weergegeven muziekstuk.
! De bpm-waarde gemeten door dit toestel kan verschillen van
de bpm-waarde die staat aangegeven op de disc of de waarde
gemeten door een Pioneer DJ-mengpaneel e.d. Dit komt door de
verschillende methoden voor het meten van de bpm-waarde, en
het duidt niet op onjuiste werking.
h Aanduiding afspeelsnelheid
De waarde verandert al naar gelang de stand van de
[TEMPO]-schuifregelaar.
i Aanduiding instelbereik afspeelsnelheid
Dit toont het bereik waarbinnen de afspeelsnelheid regelbaar is ten
opzichte van de oorspronkelijke afspeelsnelheid, zoals opgenomen
op het medium.
j CALL/LOOP-beataanduiding
!
wordt altijd getoond, alleen niet in de lus- of
slip-beatlusstanden.
Wanneer dit getoond wordt, kunnen cue- of lus-punten wor-
den opgeroepen met de [CUE/LOOP CALL c(LOOP 1/2X),
d(LOOP 2X)]-toets.
!
wordt getoond in de lusstand. Het getal dat is ingesteld
met de [CUE/LOOP CALL c(LOOP 1/2X), d(LOOP 2X)]-toets
wordt getoond in de omlijsting.
b
c
d
e
f
g
h
i
j