4. GECOMPENSEERD LADEN
4.1 De temperatuursensor
De acculader Skylla 24/100 3-fase heeft een temperatuur-compensatievoorziening. Dit houdt in dat de laadspanning
wordt aangepast aan de accutemperatuur. Om deze faciliteit te kunnen gebruiken, dient een Victron Energy
temperatuursensor op de accu te worden aangebracht. Een koude accu mag namelijk met een hogere laadspanning
worden geladen dan een warme accu. De referentielaadspanning bedraagt 28,5Vdc bij een accutemperatuur van 20°C
(zie afbeelding 3).
Afbeelding 3.
Temperatuur
gecompenseerd laden.
Aansluiting van de temperatuursensor
De pluspool ("+") van de sensor moet worden aangesloten op klem E7 en de minpool ("-") op klem E8 van de
acculader. Wij adviseren de draden van de sensor in elkaar te draaien met het oog op mogelijke externe elektrische
interferentie. De gele LED van de sensor brandt wanneer de temperatuursensor is aangesloten. Als de plus- en de
minpool niet juist zijn aangesloten, licht de gele LED niet op. Voor correcte aansluiting van de V.T.S. is het
noodzakelijk dat de jumper J2 van de aansluitpinnen 2 en 3 wordt verplaatst naar de pinnen 1 en 2. De positie van J2
en connector E is te zien op tekening SK07010N op pagina 75. Plaats de temperatuursensor bij voorkeur boven op het
accublok.
Accutemperaturen tot -5
Bij temperaturen tot -5°C laadt de lader met een maximale laadspanning van 30Vdc. Deze uitgangsspanning is
begrensd omdat bij hogere spanningen problemen met de aangesloten apparaten kunnen optreden, zie afbeelding 3,
sectie "A".
Accutemperaturen tussen -5°C en + 47°C
In dit temperatuurbereik wordt de waarde van de uitgangsspanning bepaald door de accutemperatuur zoals die door de
sensor accutemperatuur wordt gemeten. De uitgangsspanning van de lader daalt met 60 mV/°C naarmate de
accutemperatuur stijgt (5 mV/ °C per cel). zie afbeelding 3, sectie "B".
Hoge accutemperatuur
Bij accutemperaturen van +47°C en hoger neemt de laadspanning snel af. Vanaf 50°C werkt de lader als gelijkrichter
met een uitgangsspanning van 24Vdc, zie afbeelding 2, sectie "C" en "D").
4.2 Spanningsdetectie
De
acculader
Skylla
volautomatische
spanningsdetectie.
spanningsverliezen in de accukabels worden gecompenseerd door
de uitgangsspanning van de lader, zie afbeelding 4. Om van deze
voorziening gebruik te kunnen maken, moeten 2 draden worden
aangebracht:
•
aansluiting E1 naar de pluspool van de accu (+)
•
aansluiting E1 naar de minpool van de accu (-)
De LED "+/- sense" licht op als deze draden juist zijn
aangesloten, zie tekening SK07010N. De acculader Skylla 24/100
3-fase registreert nu de actuele laadspanning op de accupolen.
victron energy
o
C
24/100
3-fase
is
uitgerust
Deze
manual Skylla 24/100 3F
met
zorgt
dat
Afbeelding 4.
Aansluiten van de
spanningdetectie draden.
Page 23