WAARSCHUWING
Maaisel en andere voorwerpen kunnen worden
uitgeworpen uit een geopend uitwerpkanaal
en ernstig of dodelijk letsel toebrengen aan de
bestuurder of de omstanders.
Start of gebruik de maaimachine pas nadat u één
van de volgende zaken heeft vastgesteld:
• De afsluiter van het uitwerpkanaal zit stevig vast
in het uitwerpkanaal.
• De grasvanger zit stevig op zijn plaats.
• De optionele zijafvoerset zit stevig op zijn plaats.
• Het deurtje van het uitwerpkanaal is gesloten.
Ruimte onder de drijfriemkap
reinigen
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
Zorg ervoor dat de ruimte onder de drijfriemkap vrij
blijft van vuil.
1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
2. Verwijder de bouten waarmee de drijfriemkap
(Figuur 34) is bevestigd aan de maaikast.
Figuur 34
1. Drijfriemkap
3. Til de drijfriemkap omhoog en veeg al het vuil weg
uit de omgeving van de riem.
4. Plaats de drijfriemkap terug.
Stalling
Om de maaimachine klaar te maken voor de stalling
buiten het maaiseizoen, moeten de aanbevolen
onderhoudsprocedures worden uitgevoerd. Zie
Onderhoud.
Stal de maaimachine op een koele, schone en droge
plaats. Bedek de maaimachine om deze te beschermen
en schoon te houden.
Het brandstofsysteem
gebruiksklaar maken
WAARSCHUWING
Benzine kan bij langdurige opslag verdampen en de
benzinedampen kunnen ontploffen als zij in contact
komen met een open vuur.
• Bewaar benzine niet voor langere tijd.
• Stal de maaimachine niet met benzine in de
brandstoftank of de carburateur in een afgesloten
ruimte waar open vuur is. (bijvoorbeeld een
oven of de waakvlam van een boiler).
• Laat de motor afkoelen voordat u de
maaimachine in een afgesloten ruimte stalt.
Maak de brandstoftank leeg nadat u de machine voor de
laatste keer hebt gebruikt voordat deze de stalling in gaat.
1. Laat de motor lopen totdat hij afslaat door gebrek
aan benzine.
2. Choke de motor en start deze nogmaals.
3. Laat de motor lopen totdat deze afslaat. Als de
motor niet meer wil starten, is de benzine voldoende
verbruikt.
De motor gebruiksklaar maken
1. Terwijl de motor nog warm is, ververst u de olie in
het carter. Zie Motorolie verversen.
2. Verwijder de bougie (Figuur 12).
3. Giet met een oliekan ongeveer een eetlepel olie in
het carter via de bougie-opening.
4. Draai de motor langzaam een paar maal rond met
behulp van het startkoord om de olie te verspreiden.
5. Monteer de bougie, maar sluit de bougiekabel niet
aan op de bougie.
26