Configureren van instellingen met het toetsenbord
■ MIDI en overige instellingen
Parameter
Instellingen
bo Zendkanaal
01 tot en met 16
Oorspronkelijke
instelling: 01
bp Lokale sturing
Off (Uit), On (Aan)
Oorspronkelijke
instelling: Aan
bq Bedieningspiep-
Off (Uit), On (Aan)
toon
Oorspronkelijke
instelling: Aan
br
Terug
Off (Uit), On (Aan)
Oorspronkelijke
instelling: Uit
bs
Bedieningsver-
Off (Uit), On (Aan)
grendeling
Oorspronkelijke
instelling: Uit
D-28
Bedieningstype
Omschrijving
(pagina D-24)
B
Specificeert een van de
MIDI kanalen (1 tot en met
16) als het zendkanaal dat
gebruikt wordt voor het
zenden van de MIDI
boodschappen naar een
extern toestel.
A
Wanneer de lokale sturing
"Off" is, wordt de
klankbron van de digitale
piano uitgeschakeld
waardoor geen geluid
wordt geproduceerd door
de digitale piano bij het
aanslaan van
klaviertoetsen. Schakel
lokale sturing uit wanneer
u alleen het aangesloten
MIDI toestel wilt laten
klinken.
A
Het selecteren van "Off"
schakelt het geluid van de
bedieningspieptoon uit
telkens wanneer een
klaviertoets wordt
aangeslagen terwijl de
TONE/SETTING
ingedrukt wordt.
A
Wanneer "On" voor deze
instelling is geselecteerd,
onthoudt de digitale piano
de huidige instellingen
en herstelt ze wanneer de
piano opnieuw
ingeschakeld wordt.
Wanneer "Off" is
geselecteerd, worden de
instellingen
*2
op hun oorspronkelijke
instellingen telkens
wanneer de digitale piano
ingeschakeld wordt.
A
Door "On" te selecteren
voor deze instelling
worden de toetsen van de
digitale piano vergrendeld
(behalve voor de
spanningstoets en de
toetsen die vereist zijn
voor het ontgrendelen),
zodat geen bediening kan
worden uitgevoerd.
Schakel de
bedieningsvergrendeling
in wanneer u wilt
beveiligen tegen het
onverhoeds bedienen van
toetsen.
• De instelling voor de lokale sturing kan
niet worden veranderd terwijl de
weergave van een melodie van de
muziekbibliotheek aan de gang is.
• Deze instelling blijft behouden zelfs
wanneer de digitale piano uitgeschakeld
is.
• De instelling voor de bedieningspieptoon
kan niet worden veranderd terwijl de
weergave van de muziekbibliotheek aan
de gang is, terwijl een ritme of de
metronoom klinkt en tijdens het
opnemen.
• De terug-instelling kan niet worden
veranderd terwijl de weergave van de
muziekbibliotheek aan de gang is, terwijl
*1
een ritme of de metronoom klinkt, tijdens
de duetfunctie en tijdens het opnemen.
*1 De volgende instellingen worden niet
onthouden.
• Duetfunctie
teruggesteld
• Melodie LR (deel) instelling
• Lokale sturing
*2 Behalve voor de in/uit instelling van de
bedieningspieptoon.
• De instelling voor de
bedieningsvergrendeling kan niet worden
veranderd terwijl de weergave van de
muziekbibliotheek aan de gang is, terwijl
een ritme of de metronoom klinkt en
tijdens het opnemen.
Opmerkingen