Montageverloop; Aanwijzingen Bij De Modules; Opmerkingen Inzake Montageframe - Viessmann VITOVOLT 300 Montage- En Servicehandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor VITOVOLT 300:
- Bedieningshandleiding (8 pagina's) ,
- Montage-instructie (4 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Montageverloop
Aanwijzingen bij de modules
■ Ondeskundig transport kan de modu-
les beschadigen.
De modules niet aan de aansluitdoos
of de aansluitleidingen (aan de achter-
zijde van de module) transporteren.
■ De modules dienen als glazen produc-
ten behandeld te worden:
de modules niet buigen, betreden en
geen voorwerpen erop leggen.
■ De achterkant van de module niet met
verf, lijm of scherpe voorwerpen
bewerken.
■ De modules niet demonteren en geen
stickers verwijderen. Voor de montage
de aansluitcomponenten op eventuele
schade controleren.
Overtredingen leiden tot het verlies
van de garantie.
■ Modules met beschadigd glas (bijv.
krassen of lijm) of een beschadigde
achterzijde mogen niet hersteld en
niet geïnstalleerd worden.
Enkel op de plaats van de aardaan-
sluiting mag in het oppervlak van het
frame gekrast worden.
Opmerkingen inzake montageframe
■ De ontwerper is verantwoordelijk voor
een behoorlijke keuze.
■ Uitsluitend bevestigingsmateriaal en
aansluitleidingen gebruiken, die voor
gebruik in fotovoltaïsche installaties
geschikt zijn.
■ Het montageframe moet uit corrosie-
en uv-bestendig materiaal vervaar-
digd zijn.
Bij de keuze van het materiaal letten
op elektrochemische spanningsreeks.
6
■ Niet gemonteerde modules:
Met de glazen kant naar boven leggen
en afdekken.
■ Geen versterkers van de zonnestra-
ling, bijv. spiegels, gebruiken om de
instraling te beïnvloeden.
■ Bevestigingsklemmen mogen het glas
niet aanraken, het frame niet vervor-
men en geen schaduw over de cellen
werpen.
■ Om de module te ventileren en te koe-
len moet tussen de module en het
montageoppervlakte een afstand van
50 tot 100 mm bestaan.
■ Om de geringe thermische uitzetting
van de module te compenseren, moet
tussen de modules een afstand van
ca. 5 mm zijn.
■ Alle contacten en gebruikt gereed-
schap moeten schoon en droog zijn.
■ De dakconstructie moet voor de mon-
tage geschikt zijn.
Dakdoordringingen moeten afgedicht
worden om het binnendringen van
water absoluut te vermijden.
■ De modules mogen niet door de ther-
mische uitzetting van het montage-
frame of door hoge sneeuw- en wind-
belasting belast worden.
■ Montageframe zo monteren dat die
geen schaduw werpt op de module.
Advertenties
Inhoudsopgave
