h)
In- en uitschakeldruk :
De installaties met TüV-ketels hebben typegoedkeur. ledere pomp is voorzien van een veiligheidsventiel met
TüV-typegoedkeuring, en is ingesteld op 4 bar afblaasdruk. De drukschakelaar mag daarom maar tot een
uitschakeldruk van 3,5 bar ingesteld worden, daar anders het veilig-heidsventiel reageert. Om het
drukverschil te wijzigen, raadpleeg de gebruiksaanwijzing in de drukschakelaar.
7.
Onderhoud
a)
Smering :
De smering van het drijfwerk gebeurt, bij een juiste draairichting, automatisch door de olieomloop. Het oliepeil
dient elke 3 maanden gecontroleerd te worden, eventueel bijvullen tot de olie bij het oliepeil (24) bovenaan te
zien is. Olie verversen dient de eerste maal 3 maanden na de inbedrijfname te geschieden, daarna om de 2
jaar. Bij continu-gebruik van de pomp ½-jaarlijks. Hiervoor het oliepeil (24) of de olievulstop (16) eruit draaien
en de oude olie eruit laten lopen. Krukashuis reinigen (deksel van drijfwerkhuis nr. 2 verwijderen). Voor de
hoeveelheid olie zie 5.a.
LET OP
De oude olie zorgvuldig opvangen en gescheiden inleveren!
b)
Stopbus :
Stopbuspakkingen uit vetkoord en simmeringen vragen praktisch geen onderhoud. Als de stopbus lekt, dient
de stopbusmoer (6a) voorzichtig aangedraaid te worden. Indien dit niet meer helpt moeten de stopbus-
pakkingen (6d) vervangen worden. De simmering (6b) ook vernieuwen.
(De juiste montage van de simmering veerring moet in de richting van de zuiger wijzen).
LET OP
c)
V-snaren :
De v-snaar (34) mag niet te strak aangespannen worden. Zodra de
v-snaar slap gaat hangen, raden wij aan deze aan te spannen. Bij het
verwisselen van de v-snaren (indien er meerdere per pomp gebruikt
worden) dient altijd de hele set vervangen te worden.
d)
Aandrijving :
Het drijfwerk van de originele SPECK-PUMPMEISTER bestaat uit een
smeedstalen krukas die in twee kogellagers loopt. De drijfstang loopt eveneens in een kogellager. Met
inachtname van het in punt 7a genoemde onderhoud (smering is er nauwelijks nog iets toe te voegen voor
jarenlang gebruik. Regelmatig controleren, of er uit de simmering (32a) aan de zijde van het drijfwerk geen
olie lekt.
e)
Luchttoevoer :
Opdat de pomp licht en geruisarm loopt, dient er in de windhelm steeds lucht aanwezig te zijn. Deze
luchtvoorraad wordt door de automatische beluchter via het snuifventiel aangevuld. Tegelijkertijd wordt er ook
lucht in de drukketel gepompt. Hoe meer lucht er in de drukketel zit, des te meer water kan er afgetapt
worden, voordat de pomp weer inschakelt.
8.
Storingen
Alvorens U een storing gaat reclameren, verzoeken wij U het volgende goed door te lezen. U zult
waarschijnlijk in veel gevallen zelf de fout kunnen vinden. Indien dit niet het geval is, informeert U dan bij uw
installateur of neem contact met ons op. Vergeet U daarbij niet het pomptype en serienummer op te geven.
LET OP!
Voordat U aan de pomp werkt, eerst de stroom van de motor-
beveiligingsschakelaar uitschakelen!