Vastzetten van de gordel:
•
De gordel moet zo strak mogelijk over de
heupen worden vastgezet, tussen 30° and 75°
•
Het andere deel van de gordel loopt over borst
en schouder
•
De gordel moet zo strak mogelijk worden
aangespannen en mag niet gedraaid zijn
•
Let er op dat de gordel niet van het lichaam
wordt gehouden door rolstoeldelen, zoals bijv.
de armsteunen of wielen. Zie afbeelding 50 voor
een correctie positie.
•
De stoel mag niet achterover kantelen als deze
als passagiersstoel in een auto wordt gebruikt
WAARSCHUWING
a) Daar waar mogelijk moet de stoel in rijrichting staan en vergrendeld
worden conform de instructies van de fabrikant van het
bevestigingssysteem.
b) Deze rolstoel is getest voor gebruik in auto's en voldoet aan de
eisen die gelden voor transport in rijrichting. De rolstoel is niet
getest voor afwijkende posities in een voertuig.
c) The rolstoel is dynamisch getest voor gebruik in rijrichting, waarbij
de gebruiker een 3-punts gordel gebruikt.
d) De 3-punts gordel moet worden gebruikt om de kans op hoofd en
borst verwondingen te minimaliseren bij eventuele botsingen
26
VEILIGHEID IN AUTO'S
Figure 50
op dat de gordel
niet van het lichaam wordt
gehouden door rolstoeldelen,
zoals bijv. de armsteunen of wielen.
Let er
MB3197-NL