21
Lage-GEL-temperatuuralarm. De
berekende temperatuur van het
gelmatras is meer dan 1 °C lager
dan de ingestelde waarde.
22
Hoge temperatuuralarm. De
berekende temperatuur van het gel-
of watermatras is meer dan 1 °C
hoger dan de ingestelde waarde.
23
Fout in de interface van de
temperatuurmonitor.
24
Defecte YSI400-
temperatuursensor
25
Temperatuur sensor is
ontkoppeld
Alarmen met hoge prioriteit
Als er een fout met hoge prioriteit wordt gedetecteerd, wordt de verwarming uitgeschakeld en het alarm
geactiveerd (de foutcode wordt weergegeven, een geluidssignaal afgegeven en de rode LED knippert). Na
indrukken van de alarmknop, wordt de eenheid op stand-by geschakeld. Let er bij een herstart zorgvuldig
op dat er een juiste zelftest wordt uitgevoerd.
Code
Beschrijving
01
Stroomuitval heeft tijdens normaal functioneren
plaatsgevonden.
Hoge-H
O-temperatuuralarm: De berekende
02
2
temperatuur van het H
T3) is gedurende meer dan 30 seconden hoger
geweest dan 41 °C.
03
Meetfout: Het onafhankelijke hardware-
gebaseerde veiligheidscircuit heeft gedetecteerd dat
de H2O-thermistor T3 meer dan 42 °C aangeeft, of
dat de elementthermistor T4 meer dan 43 °C
aangeeft of dat de interne referentie meer dan 1 %
afwijkt.
04
Hoge-GEL-temperatuuralarm: De berekende
temperatuur van het gelmatras (thermistor T2 of
T4) heeft 45 °C overschreden (piekmeting).
05
Sensorfout A: Thermistor T1 of T2, of het
meetcircuit is defect (open lus).
06
Sensorfout B: Thermistor T3 of T4, of het
meetcircuit is defect (open lus).
07
Sensorfout C: Thermistor T1, T2, T3 of T4, of het
meetcircuit is defect (geeft een waarde hoger dan
49 °C).
08
Regelaarfout: De uitgangsspanning van het
verwarmingsmatras is meer dan 120 seconden
achtereen actief (of inactief) geweest, wat duidt op
een fout in het uitgangscircuit.
09
Hoge interne temperatuur: De interne
temperatuur van de controle-unit heeft 60 °C
overschreden.
moet het systeem geanalyseerd en/of vervangen worden.
Stel het alarm opnieuw in. Controleer de eigenlijke
temperatuur van het gelmatras. Als er een logische
verklaring is (bv. een zware thermische belasting op het
verwarmingsmatras), breng dan de nodige correcties aan.
Start het systeem opnieuw op. Als het alarm weer afgaat,
moet het systeem geanalyseerd en/of vervangen worden.
Stel het alarm opnieuw in. Als er een logische verklaring is
(bv. de ingestelde waarde is lager dan kamertemperatuur,
het matras wordt beïnvloed door een stralend warmtelicht
of iets dergelijks), breng dan de nodige correcties aan. Start
het systeem opnieuw op. Als het alarm weer afgaat, moet
het systeem geanalyseerd en/of vervangen worden.
Het systeem moet geanalyseerd en/of vervangen worden.
De externe temperatuursensor moet worden vervangen.
Sluit de sensor aan of of schakel het alarm uit met de
alarmknop.
O-matras (thermistor T1 of
2
Bladzijde 20 van 28
Gebruiksaanwijzing BW3-075/3
Handeling
Het stroomalarm kan door de gebruiker worden uitgezet door de
alarmknop ongeveer 2 seconden ingedrukt te houden. Als de stroom is
hersteld, stel dan het alarm opnieuw in en start de eenheid opnieuw
op.
Stel het alarm opnieuw in. Controleer de eigenlijke temperatuur van
het watermatras. Als er een logische verklaring is (bv. een externe
warmtebron die het verwarmingsmatras beïnvloedt), breng dan de
nodige correcties aan. Start de eenheid opnieuw op. Controleer of de
zelftest juist uitgevoerd wordt. Als het alarm weer afgaat, moet het
systeem geanalyseerd en/of vervangen worden.
Stel het alarm opnieuw in. Controleer de eigenlijke temperatuur van
het watermatras. Als er een logische verklaring is (bv. een externe
warmtebron die het verwarmingsmatras beïnvloedt), breng dan de
nodige correcties aan. Start de eenheid opnieuw op. Controleer of de
zelftest juist uitgevoerd wordt. Als het alarm weer afgaat, moet het
systeem geanalyseerd en/of vervangen worden.
Stel het alarm opnieuw in. Controleer de eigenlijke temperatuur van
het matras. Als er een logische verklaring is (bv. een externe
warmtebron die het verwarmingsmatras beïnvloedt), breng dan de
nodige correcties aan. Start de eenheid opnieuw op. Controleer of de
zelftest juist uitgevoerd wordt. Als het alarm weer afgaat, moet het
systeem geanalyseerd en/of vervangen worden.
Stel het alarm opnieuw in. Vervang het verwarmingsmatras. Start het
systeem opnieuw op. Controleer of de zelftest juist uitgevoerd wordt.
Als het alarm weer afgaat, moet het systeem geanalyseerd en/of
vervangen worden.
Stel het alarm opnieuw in. Vervang het verwarmingsmatras. Start het
systeem opnieuw op. Controleer of de zelftest juist uitgevoerd wordt.
Als het alarm weer afgaat, moet het systeem geanalyseerd en/of
vervangen worden.
Stel het alarm opnieuw in. Vervang het verwarmingsmatras. Start het
systeem opnieuw op. Controleer of de zelftest juist uitgevoerd wordt.
Als het alarm weer afgaat, moet het systeem geanalyseerd en/of
vervangen worden.
De controle-unit moet worden vervangen en de defecte eenheid moet
door een bevoegde technicus worden geanalyseerd.
Stel het alarm opnieuw in. Als er een logische verklaring is (bv. een
externe warmtebron die de controle-unit beïnvloedt), breng dan de
nodige correcties aan. Start de eenheid opnieuw op. Controleer of de
zelftest juist uitgevoerd wordt. Als het alarm weer afgaat, moet het
ingestelde
temperatuur.
In GEL-modus wordt
dit alarm pas
geactiveerd 4 uur
nadat het systeem is
opgestart of na
aanpassing van de
ingestelde
temperatuur.
Dit alarm wordt pas
geactiveerd 4 uur
nadat het systeem is
opgestart of na
aanpassing van de
ingestelde
temperatuur.