4 Beschrijving van de functies
Display-indicaties - normale gebruiksmodus
Temperatuur-
YSI-sensor-
monitor-
temperatuur
symbolen Alleen
weergegeven als
sensor is
aangesloten.
Hoge tempe-
ratuuralarm-
niveau
Snelle indicator
Groen = OK
Rood = > hoog alarm
Blauw = < laag alarm
Lage tempe-
ratuuralarm-
niveau
Start en zelftest
Elke keer als de controle-unit wordt ingeschakeld, wordt een zelftest van alle functies en de interne
veiligheidscircuits uitgevoerd. Als de controle-unit geen fouten ontdekt, begint de verwarming automatisch
op de in de fabriek ingestelde temperatuur van 37
ontdekt.
Zie hoofdstuk 9 voor volledige informatie.
Gebruik het apparaat niet als de controle-unit de zelftest niet exact uitvoert, zoals in deze
gebruiksaanwijzing staat beschreven!
Sluit de controle-unit aan op het netspanning en op het verwarmingsmatras. Controleer of het netlampje
knippert. Druk op Start/Stand-by en controleer of de zelftest wordt uitgevoerd zoals beschreven in
hoofdstuk 9.
Snelle indicator
Groen = OK
Rood = te warm
Blauw = te koud
Matraskeuze-
Snelle indicator
indicator
Groen = OK
Rood = > ingestelde temp.
Blauw = < ingestelde temp.
O
C. De verwarming begint niet als er fouten worden
Bladzijde 11 van 28
Gebruiksaanwijzing BW3-075/3
Ingestelde
temperatuur
Verwarmingsvermogen-
indicator