• Voor bepaalde apparaten is het verplicht om een accessoire van het volgende type
te gebruiken: "beschermend rooster" als de installatie zich bevindt op een plaats
waarvan de toegang niet is gereglementeerd.
• Tijdens de installatie-, reparatie- en onderhoudsfasen, is het verboden om de
leidingen als opstap te gebruiken: onder deze belasting zouden de leidingen kunnen
breken en zou de koelvloeistof ernstige brandwonden kunnen veroorzaken.
• Tijdens de onderhoudsfase van het apparaat, dienen de samenstelling en de staat
van de warmtegeleidende vloeistof gecontroleerd te worden en dienen eventuele
sporen van koelvloeistof opgespoord te worden.
• Tijdens de onderhoudsfase dient men te controleren of er geen sporen zijn van
corrosie of olievlekken rond de koelcomponenten.
• Voorafgaand aan welke werkzaamheden ook aan het koelcircuit, dient men
het apparaat verplicht uit te schakelen en enkele minuten te wachten alvorens
temperatuur- of drukmeters aan te brengen, omdat bepaalde onderdelen, zoals de
compressor en de leidingen, temperaturen van meer dan 100°C kunnen bereiken en
de hoge drukken ernstige brandwonden kunnen veroorzaken.
STORINGOPLOSSING
• Soldeerwerkzaamheden
soldeerspecialisten.
• Voor de vervanging van de leidingen mag uitsluitend gebruik gemaakt worden van
koperen buizen overeenkomstig de norm NF EN 12735-1.
• Detectie van lekken, testen onder druk:
- nooit droge zuurstof of lucht gebruiken, gevaar voor brand of ontploffingen,
- gedehydreerde stikstof of een mengsel van stikstof en het op het typeplaatje
aangegeven koelmiddel gebruiken.
- de druk van de test aan de lage en hoge druk zijde mag niet hoger zijn dan 42 bar
in het geval apparaat is voorzien van de optie manometer.
• Voor leidingen van het hogedrukcircuit uitgevoerd met een koperen buis van een
diameter gelijk aan of meer dan 1''5/8, dient een certificaat §2.1 overeenkomstig
de norm NF EN 10204 aangevraagd te worden bij de leverancier en dat aan het
technisch installatiedossier toegevoegd dient te worden.
• De technische informatie met betrekking tot de veiligheidseisen van de verschillende
toegepaste richtlijnen staan aangegeven op het typeplaatje. Al deze informatie dient
geregistreerd te worden in de installatiehandleiding van het toestel die deel uit dient
te maken van het technische installatiedossier: model, code, serienummer, max. en
min. TS, PS, fabricatiejaar, CE-markering, adres van de fabrikant, koelvloeistof en
gewicht, elektrische instellingen, thermodynamische en akoestische prestaties.
LABELING
• De apparatuur moet worden geëtiketteerd om aan te geven dat deze buiten gebruik
is gesteld en dat het koelmiddel is afgelaten.
• Het label moet worden gedateerd en ondertekend.
• Let er bij apparaten die een ontvlambaar koelmiddel bevatten op dat etiketten op
het apparaat zijn aangebracht die aangeven dat het ontvlambaar koelmiddel bevat.
RECUPERATIE
• Tijdens het aflaten van koelmiddel voor onderhoud of buitenbedrijfstelling wordt
aanbevolen om de goede praktijken op te volgen voor het veilig en volledig aflaten
van koelmiddel.
• Gebruik bij het overbrengen van koelmiddel naar de cilinder een recuperatiecilinder
3
dienen
uitgevoerd
te
worden
door
erkende