Het aanleggen van de begrenzingsdraad met de klok mee
Het wordt sterk aanbevolen het gazon te maaien tot 60 cm of korter voordat de
1.
begrenzingsdraad wordt uitgezet.
De aanbevolen afstand tussen twee draadpennen is ongeveer 80 cm in rechte lijnen
2.
(minder in krappe bochten). Merk op dat de haak en de draadgleuf van de
draadpennen altijd naar de buitenkant van de begrenzing wijzen. Steek de
draadpennen eerst in de grond, maar niet helemaal.
Gebruik de afstandsmeter van de begrenzingsdraad om de juiste afstand tussen de
3.
draad en de begrenzing van uw gazon in te stellen (20-30 cm). Hoe verder de twee uit
elkaar liggen, hoe kleiner de kans dat er ongemakkelijke situaties ontstaan.
Omcirkel alle obstakels: wortels, vijvers, bloemperken, rotsen, etc. Zo voorkom u dat
4.
uw robotmaaier botst met of recht tegen objecten aanrijdt. Sluit vijvers uit van het
maaigebied. Voor extra veiligheid raden wij aan om een omheining rond het zwembad
te plaatsen.
Oorspronkelijke instructies
10
NL