7.1.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van de buitenunit in koude klimaten
ERLA11~16DAV3+W1 + EBVZ16S18+23DJ
Daikin Altherma 3 R F
4P643604-1 – 2021.09
▪
Plaatsen met nevels van mineraalolie, oliespray of dampen in de lucht. Plastic
onderdelen kunnen worden aangetast en van het toestel vallen of waterlekken
veroorzaken.
Het is NIET aangewezen de unit op de volgende plaatsen te installeren, omdat deze
plaatsen de levensduur van de unit kunnen verkorten:
▪
Waar de spanning veel schommelt
▪
In voertuigen of schepen
▪
In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen
Installatie aan de kust. Zorg ervoor dat de buitenunit NIET rechtstreeks aan
zeewind wordt blootgesteld. Dit om corrosie door het hoge zoutgehalte van de
lucht te voorkomen (kan de levensduur van de unit verkorten).
Installeer de buitenunit uit rechtstreekse zeewind.
Voorbeeld: Achter het gebouw.
a
Installeer een afscherming tegen de wind als de buitenunit aan rechtstreekse
zeewind wordt blootgesteld.
▪
Hoogte van afscherming tegen wind≥1,5×hoogte van buitenunit
▪
Let bij de installatie van de afscherming tegen de wind op de vereisten inzake de
serviceruimte.
a
d
c
a Zeewind
b Gebouw
c Buitenunit
d Afscherming tegen wind
De buitenunit is ontworpen om alleen buiten geïnstalleerd te worden en bij de
volgende omgevingstemperaturen:
Stand Koeling
Stand Verwarming
Warm tapwaterproductie –25~35°C
Bescherm de buitenunit tegen directe sneeuwval en zorg ervoor dat de buitenunit
NOOIT ingesneeuwd raakt.
b
c
d
c
b
10~43°C
–25~35°C
7
Installatie van de unit
|
Uitgebreide handleiding voor de installateur
53