Notitie
De minimale ingangswaarde bedraagt circa 1.5V
Om de frequentiemeting te starten eerst de spanning van het meetcircuit meten. Daarna
kan de frequentiemeting geactiveerd worden door op de "Hz/DUTY" toets te drukken.
Frequentiemetingen kunnen door ruis en stoorsignalen worden beïnvloed.
7. Het gebruik van de functietoetsen
7.1 "SELECT" toets
Deze toets wordt gebruikt om door de meetfuncties te scrollen in het
Ω/Diodetest/Doorbeltest bereik en in de stroom bereiken µA, mA en A
Ω/Diodetest/Doorbeltest
Als de keuzeschakelaar in de stand Ω/Diodetest/Doorbeltest/Capaciteitsmeting staat, is de Ω
meting standaard geactiveerd. Door op de toets "SELECT" te drukken worden de andere
functies geselecteerd.
"Ω" → "Doorbeltest" → "Diodetest"
Stroom bereiken µA, mA en A
Als de keuzeschakelaar in een van de standen µA, mA of A staat, is de standaard instelling DC
stroom. Door op de toets "SELECT" te drukken wordt de instelling AC stroom
"DC" →
"AC"
7.2 "MIN/MAX" toets
Door het indrukken van de "MIN/MAX" toets worden de Minimale en Maximale waarde
bewaard en het "MIN" of "MAX" symbool verschijnt in het display. Druk de toets gedurende
2 seconde in om de functie uit te schakelen. De bargraph wordt niet getoond in deze stand.
7.3 "RANGE" toets
In alle "ACV", "DCV", "Ω", "µA", "mA" en "A" functies is het mogelijk om de bereikkeuze om
te schakelen van automatisch naar handmatig door de "RANGE" toets in te drukken. (Het
"AUTO" symbool verdwijnt uit het display)
Hierna kan met de "RANGE" toets steeds het volgende bereik geselecteerd worden door de
toets in te drukken.
Om terug te keren naar de standaard autoranging functie zijn er 2 mogelijkheden:
(1) Druk de toets "RANGE" gedurende minimaal 2 seconden in.
(2) Schakel over op een andere meetfunctie.
17