5. Voorbereiding
5.1 Batterij spanning controleren
Zet de keuzeschakelaar op een willekeurige stand (behalve de OFF positie)
De batterij spanning is voldoende als de aflezing op het display goed is en het
teken
niet zichtbaar is.
Indien het
teken wel zichtbaar is in het display of indien het display leeg blijft, volg dan
de instructies voor het vervangen van de batterijen zoals in hoofdstuk 9 vermeld staat.
6. Metingen
6.1 Spanningsmeting (DCV, ACV)
Gevaar
Ter voorkoming van een elektrische schok mogen nooit metingen verricht worden aan een
circuit met meer dan 600V AC/DC (elektrisch potentiaal ten opzichte van de aarde 300V
AC/DC).
Draai niet aan de keuzeschakelaar tijdens metingen.
Voer nooit metingen uit wanneer het toestel geopend is.
Hou vingers en handen achter de opstaande rand van de meetpen tijdens metingen
6.1.1 DC spanningsmeting (DCV)
(1) Sluit de zwarte meetsnoer aan op de "COM" meetbus en de rode meetsnoer op de
"V Ω Hz" meetbus
(2) Zet de keuzeschakelaar in de "
display)
(3) Sluit de zwarte meetpen aan op de negatieve zijde van het meetcircuit en de rode
meetpen op de positieve zijde van het meetcircuit. De gemeten waarde wordt
getoond in het display. Bij een omgekeerde polariteit zal het "- " teken in het display
worden getoond.
6.1.2 AC spanningsmeting (ACV)
(1) Sluit de zwarte meetsnoer aan op de "COM" meetbus en de rode meetsnoer op de
"V Ω Hz" meetbus.
(2) Zet de keuzeschakelaar in de "
display)
(3) Sluit de meetpennen aan op het meetcircuit en de gemeten waarde wordt getoond
in het display.
" stand. ("DC", "AUTO"en "mV" verschijnen in het
" stand. ( "AC", "AUTO" en "V" verschijnen in het
11