14. ONDERHOUD EN REINIGING
14.1 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog.
14.2 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk
en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te
verwijderen. Doe dit apart van het wassen
van wasgoed.
14.5 Het afwasmiddeldoseerbakje reinigen
1.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus,
oplosmiddelen of chemische
producten.
1
Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van
het product.
14.3 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen is
het mogelijk dat er wat wasmiddel
achterblijft in de trommel. Voer regelmatig
een onderhoudswas uit. Om dit te doen:
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Stel het katoenprogramma in met de
hoogste temperatuur met een kleine
hoeveelheid wasmiddel.
14.4 Deurrubber
Controleer het deurrubber regelmatig en
verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
2.
2
NEDERLANDS
25