Inhoudsopgave
Advertenties
PROBLEEM
Alleen waterafgifte; geen product;
of alleen productafgifte zonder water
Alleen siroopafgifte. Er wordt
geen water afgegeven. Alleen
koolzuurgas met siroop.
Teveel schuim.
Warme dranken.
Stroomonderbreker wordt
geactiveerd.
24
OORZAAK
1.
Sluitklep voor water of product op
montageblok niet volledig open.
2.
Onjuiste of ontoereikende water- of
productstroom.
3.
BIB-toevoer te ver van de dispenser.
4.
CO
-druk te laag.
2
5.
BIB-pomp is vastgelopen of niet in werking
6.
Geknikte slang.
1.
Onjuiste waterstroom naar dispenser.
2.
Motor van koolzuurpomp is afgeslagen.
1.
Temperatuur van inkomend water of siroop
is te hoog.
2.
CO
-druk te hoog.
2
3.
Waterstroomsnelheid te hoog.
4.
Spuitmond niet correct gemonteerd.
5.
Spuitmond en injectors niet schoon.
6.
Lucht in BIB-leidingen.
7.
Slechte kwaliteit ijs.
8.
Hoge dranktemperatuur.
1.
Beperkte luchtstroom.
2.
Dispenser aangesloten op
warmwatertoevoer.
3.
Dispensercapaciteit overschreden.
1.
Klepbedrading heeft kortsluiting gemaakt
met zichzelf of met de kraanplaat.
2.
Slechte PCB.
3.
Slechte secundaire bedrading.
4.
Transformatorstoring.
OPLOSSING
1.
Afsluiter helemaal openzetten.
2.
Klep uit montageblok verwijderen, afsluiters iets
openen en de water- en siroopstroom controleren.
Wanneer er doorstroming is, dispenser controleren
op bevriezing of andere problemen. Controleren of
de BIB goed is aangesloten.
3.
Controleren of de BIB-toevoer zich binnen 1,8 meter
van de dispenser bevindt.
4.
Controleren of de CO
-druk op het pompverdeelstuk
2
tussen de 0,483 en 0,552 MPa (70 en 80 PSI) ligt.
5.
CO
-druk controleren en/of pomp vervangen.
2
6.
Knik opheffen of slang vervangen.
1.
Waterstroom naar dispenser controleren (zie
Onvoldoende waterstroom. op vorige pagina).
2.
Resetten door het apparaat UIT en weer AAN
te zetten.
1.
Corrigeren vóór de dispenser. Grotere dispenser of
voorkoeler overwegen.
2.
CO
-druk verlagen, maar niet lager dan 0,483 MPa
2
(70 PSI).
3.
Verhouding opnieuw aanpassen en resetten. Zie
het hoofdstuk "Waterstroomsnelheid en verhouding
siroop/water aanpassen".
4.
Verwijderen en correct opnieuw installeren.
5.
Spuitmond verwijderen en injectors reinigen.
6.
BIB-leidingen ontluchten.
7.
Kwaliteit van het in de drank gebruikte ijs
controleren.
8.
Koelsysteem controleren.
1.
Controleren of er voldoende vrije ruimte is aan
de zijkanten, bovenkant en bij de inlaat van het
apparaat. Voorwerpen die de luchtstroom rond het
rooster belemmeren verwijderen.
2.
Overschakelen op koudwatertoevoer.
3.
Voorkoeler toevoegen of vervangen door grotere
dispenser.
1.
Kortsluiting opsporen door de invoerbevestiging
aan de keylock en 1-pinsconnector los te koppelen.
Stroom weer inschakelen als de stroomonderbreker
niet wordt geactiveerd. In dat geval maakt de
bedrading van de klep kortsluiting. Indien deze in
orde is, dan alles weer aansluiten.
2.
Kortsluiting opsporen door connector J1 (24 VAC
input) los te koppelen van de PCB. Stroom weer
inschakelen als de stroomonderbreker niet wordt
geactiveerd. Dan de PCB vervangen. Als de
stroomonderbreker niet wordt geactiveerd is de PCB
in orde. Connector J1 weer aansluiten.
3.
Wanneer de stroomonderbreker niet wordt
geactiveerd, de kortsluiting opsporen in de
secundaire bedrading tussen de transformator,
PCB en klepbedrading.
4.
Kortsluiting opsporen door beide trafobevestigingen
los te koppelen en de stroom weer in te schakelen.
Als de stroomonderbreker niet wordt geactiveerd,
de transformator vervangen.
Advertenties
Inhoudsopgave
