L
3.4
Uitmondingen
De gecombineerde aan- en afvoer kan
zowel door de gevel als door het dak
uitmonden.
Controleer of de door u gewenste
uitmonding voldoet aan de lokale
voorschriften aangaande hinder en
ventilatieopeningen.
Voor de goede werking dient de
uitmonding ten minste 0,5m verwijderd te
zijn van:
Hoeken van het gebouw.
Dakoversteken en balkons.
Dakranden. (met uitzondering van de
nokrand)
3.5
Bestaande schoorsteen
U kunt de haard ook aansluiten op een
bestaande schoorsteen. De bestaande
schoorsteen functioneert dan als luchttoevoer
en een door de schoorsteen getrokken
flexibele RVS buis voert de rookgassen af
De flexibele RVS buis van Ø 100mm moet een
CE keurmerk hebben tot 600° Celsius.
De schoorsteen moet dan aan de volgende
voorwaarden voldoen:
De doorlaat van het schoorsteen
kanaal moet minimaal 150 x 150mm
zijn.
Er mag niet meer dan één toestel op
een schoorsteen aangesloten worden
De schoorsteen moet in goede staat
zijn:
Geen lekkage en
o
Goed gereinigd zijn
o
Voor meer informatie over de aansluitingen
op bestaande schoorsteenkanalen, zie de
handleiding "schoorsteenaanluitset"
4
Voorbereiding en installatie
instructie
4.1
Gasaansluiting
De gasaansluiting moet voldoen aan de lokaal
geldende Normen.
Wij adviseren, een gasaansluiting van Ø 15mm
direct vanaf de gasmeter naar het toestel,
met in de nabijheid van het toestel een
afsluitkraan welke altijd bereikbaar is.
Positioneer de gasaansluiting zo dat deze
goed toegankelijk is, en voor service de
branderunit te allen tijde kan worden
gedemonteerd.
5 <
<
<
<
4.2
Elektrische aansluiting
Als voor de stroom voorziening gebruik
gemaakt wordt van een adapter moet er een
wandcontactdoos 230VAC – 50Hz in de buurt
van de haard worden gemonteerd.
4.3
Voorbereiding van de haard
Verwijder de haard uit zijn
verpakking . Let op dat de
gastoevoerleidingen onder het toestel
niet beschadigd raken.
Ruim een plek in, om evt. lijst en glas
veilig op te bergen.
Verwijder evt. de lijst en het glas en
neem de verpakte delen uit de haard.
Bereid de gasaansluiting op het
gasregelblok voor.
4.4
Plaatsen van de haard
Houdt rekening met de Installatie eisen (zie
hoofdstuk 3)
Zet het toestel waterpas op de juiste
plaats
Er zitten geen stel mogelijkheden
aan de haard
4.5
Boezem bouwen.
Voor de boezem geplaatst gaat worden
adviseren wij om een functioneringstest met
de
gashaard uit te voeren zoals omschreven in
hoofdstuk 7 "controle van de installatie".
4.6
Boezem
Maak de boezem van onbrandbaar
plaatmateriaal in combinatie met
metalen profielen of van gemetselde
stenen/cellenbetonblokken.
Houd rekening met roosters en
bedieningsluikje (zie fig. 1.1). Plaats
boven de roosters een schermplaat
(zie fig. 1.1 A) van onbrandbaar
materiaal
Gebruik altijd een latei of
boezemijzer als de boezem wordt
gemetseld. Deze mogen niet direct op
de haard worden geplaatst.
Bouw de boezem tegen het
inbouwframe (zie fig. B 1.1). Houdt
een minimale speling van 3mm tussen
boezem en toestel in verband met het
uitzetten van de haard.
De diepte van de dag is niet van
invloed op het verwijderen van het
glas.