Bediening
Als de automatische uitschakeling niet
geactiveerd is, knipperen de controle-
lampjes van ventilatorstanden "I" en "IV".
^ Om de automatische uitschakeling te
activeren, drukt u op de toets "+".
De controlelampjes van de
ventilatorstanden "I" en "IV" blijven
branden.
Om te desactiveren drukt u op de
toets "-".
^ Bevestig het proces met de toets
voor de nawerkfunctie.
Bevestigt u niet binnen de 4 minuten na
het instellen, dan neemt het toestel de
"oude" instelling over.
14
De wasemkap laten nawerken
Het is raadzaam om de ventilator na het
koken nog enkele minuten te laten wer-
ken.
Op die manier wordt de lucht in de keu-
ken van overgebleven dampen en
geurtjes gezuiverd.
Dankzij de nawerkfunctie wordt de ven-
tilator na een bepaalde tijd automatisch
uitgeschakeld.
^ Om het toestel te laten nawerken,
drukt u op de toets voor de
nawerkfunctie terwijl de ventilator in
werking is:
– 1 x drukken: de ventilator wordt na 5
minuten uitgeschakeld (linker lampje)
– 2 x drukken: de ventilator wordt na
15 minuten uitgeschakeld (rechter
lampje)
Druk nog eens op de toets voor de
nawerkfunctie om de functie uit te scha-
kelen. De ventilator wordt niet automa-
tisch uitgeschakeld.
De ventilator uitschakelen
^ Schakel de ventilator uit met de toets
Aan/Uit.
Het controlelampje gaat uit.