5
Montage
Leef alle veiligheidsbepalingen en waarschuwingen na
X
O
(zie hoofdstuk Veiligheid).
Leef de meegeleverde handleidingen van de fabrikant na.
X
O
i
De stroomkabel moet door de klant ter beschikking
worden gesteld.
i
Het apparaat mag niet boven koelapparaten,
vaatwassers, fornuizen, ovens of was- en droogmachines
worden gemonteerd.
i
De legoppervlakken van de werkbladen en
wandafsluitlijsten moeten gemaakt zijn van hittebestendig
materiaal (tot ca. 100 °C).
i
Werkbladuitsparingen moeten met geschikte middelen
tegen vocht worden afgedicht en eventueel van een
warmteontkoppeling worden voorzien.
i
De ingebouwde kookveldafzuiging mag niet met andere
kookvelden worden gebruikt.
i
Om het volledige prestatievermogen van de kookvelden
blijvend te behouden, moet voor voldoende ventilatie
onder de kookvelden worden gezorgd.
i
Indien er onder het apparaat een inlegbodem voor
kabelbescherming (tussenbodem) wordt voorzien, mag
deze een voldoende luchttoevoer niet verhinderen.
5.1
Leveringsomvang
Benaming
Inductiekookveld met kookveldafzuiging
Instroomsproeier
Roestvrijstalen vetfilter
Actieve-koolfilter BAKF
Telescopisch kanaal
Montageklemmen met schroeven
Afdichtingsband
Kabelgeleidingsclips
Vulplaatjesset
Bedienings- en montagehandleiding
Tab. 5.1
Leveringsomvang
Controleer of alle delen geleverd zijn en of ze niet beschadigd zijn.
X
O
Breng de klantenservice van BORA onmiddellijk op de hoogte
X
O
wanneer er delen van de levering ontbreken of beschadigd zijn.
Monteer in geen geval beschadigde onderdelen.
X
O
Verwijder de transportverpakking op vakkundige wijze (zie
X
O
hoofdstuk Buitenbedrijfstelling, demontage en verwijdering).
www.bora.com
5.2
Gereedschap en hulpmiddelen
Voor de vakkundige montage van het kookveld heeft u o.a. de
volgende speciale gereedschappen nodig:
Boormachine of accuboormachine met houtboor van 14 mm
O
O
Steekzaag of handzaag
O
O
Schroevendraaier torx 20
O
O
Zwarte, hittebestendige siliconenkit
O
O
5.3
Montage-instructies
Veiligheidsafstanden
Houd deze veiligheidsafstanden aan:
X
O
3
Afb. 5.1
Minimale afstanden
[1]
Minimaal 50 mm afstand achteraan van de werkbladuitsparing
Aantal
tot de achterkant van het werkblad.
[2]
Minimaal 300 mm afstand links en rechts van de
1
werkbladuitsparing tot een belendende kast of kamerwand.
1
[3]
Minimaal 600 mm afstand tussen het werkblad en de
1
bovenkast. Minimaal 1000 mm afstand wordt aanbevolen om
2
ergonomische redenen.
1
5
1
3
1
1
2
Montage
NL
1
13