4 Bediening
4.5 Statusindicaties
o
C
o
C
Afb. B.10
(Voor onderhouds- en servicewerkzaamheden door de
vakman)
De statusindicaties worden geactiveerd door de toets "i"
(1) in te drukken. In het display (2) volgt nu de indicatie
van de betreffende statuscode, b.v. "S.34" voor vorstbe-
veiliging. De betekenis van sommige statuscodes kunt u
afleiden uit onderstaande tabel. Door de toets "i" nog-
maals in te drukken komt u terug in de normale
modus.Tijdens omschakelfases, b.v. bij een hernieuwde
aanloop door uitblijven van de vlam, wordt gedurende
korte tijd de statusmelding "S." getoond.
Indicatie
Betekenis
S. 00*
Geen warmtevraag
S. 01*
Aanloop van de ventilator
S. 03*
Ontstekingsproces
S. 04*
Brander in bedrijf
S. 05*
Naloop van de ventilator en de pomp
S. 07*
Nadraaien van de pomp
S. 08*
Spertijd van de brander voor verwarming
S. 10**
Warmwaterproductie aan
S. 21**
Warme startfunctie/Warmwater boiler ingeschakeld
S. 34*
Vorstbeveiliging actief
Tabel B.1: statusindicaties (Een volledig overzicht van de
statuscodes vindt u terug in de installatievoorschriften.)
* Verwarming
** Sanitair (alleen bij VUW of VU met warmwaterboiler)
8
2
1
VRC-VC
I
0
4.6 Ontgrendelen
4.6.1 Storingen bij het ontstekingsproces
Volgt er binnen ca. 10 seconden geen automatische ont-
steking, dan gaat de wandketel niet in bedrijf en gaat in
"Storing". Dit wordt optisch getoond door de rode LED
(1, Afb. B.11) en de indicatie van de foutcodes "F.28" of
"F.29" (vlamstoring). Een hernieuwde automatische ont-
steking kan pas volgen na uitgevoerde "ontgrendeling".
• Druk in dit geval op de ontgrendeltoets (2, Afb. B.12)
en houd hem ca. 1 s ingedrukt.
Indien de wandketel na een derde poging nog niet
opstart, vraag dan uw installateur of de Vaillant
klantendienst om advies.
o
C
o
C
Afb. B.11
max. 3 x
STOP
o
C
o
C
Afb. B.12
De gaswandketel gaat ook bij watergebrek in "storing".
Deze "storing" wordt weergegeven door de foutcode
"F.22". De gaswandketel mag pas in gebruik worden
genomen als de verwarmingsinstallatie volgens de voor-
schriften met water is gevuld.
Bedieningsvoorschriften atmoMAX plus/turboMAX plus R3
VRC-VC
I
0
2
VRC-VC
I
0