Geluidsbescherming
Wanneer het niveau van geluidsemissie een speciale controle
vereist, moet men bijzondere aandacht schenken om de groep
van zijn basis te isoleren door antitrilelementen correct aan te
brengen (optioneel). De flexibele koppelingen moeten tevens
op de hydraulische aansluitingen worden geïnstalleerd.
Waterleidingen
De leidingen moeten ontworpen zijn met zo min mogelijk
bochten en verticale veranderingen van richting. Op deze
manier worden de installatiekosten gevoelig gedrukt, en
verbeteren de prestaties van het systeem.
Het hydraulisch systeem moet over het volgende beschikken:
1. Trillingsdempers om de overdracht van trillingen naar de
structuren te verlagen.
2. Afsluiters om de eenheid tijdens het onderhoud van het
hydraulisch systeem te isoleren.
3. Debietregelaar om de waterkoeler te beschermen tegen
bevriezing door continu toezicht te houden op het
waterdebiet in de verdamper. In de meeste gevallen wordt
de debietregelaar ter plaatste ingesteld om alleen in geval
van een uitschakeling van de waterpomp, en het
waterdebiet aldus nul is, het alarm te laten afgaan. Het
wordt echter aangeraden om de debietregelaar aan te
passen om een "Waterverlies-alarm" te laten afgaan
wanneer het waterdebiet 50% van de nominale waarde
bereikt. De verdamper wordt in dit geval tegen bevriezing
beschermd en de debietregelaar kan een verstopte
waterfilter detecteren.
4. Voorziening voor handmatige of automatische ontluchting
op het hoogste punt van het systeem,
afvoervoorziening op het laagste punt.
5. Verdamper en voorziening voor warmterecuperatie, die
niet op het hoogste punt van het systeem mogen staan.
6. Een gepaste voorziening die het hydraulisch systeem
onder druk kan houden (expansievat etc.).
7. Indicatoren voor druk en temperatuur van het water, die de
operator
helpen
onderhoudswerkzaamheden.
8. Een filter of een voorziening die de deeltjes uit de vloeistof
kan verwijderen. Het gebruik van een filter verlengt de
levensduur van de verdamper en de pomp, omdat dit het
hydraulisch systeem helpt de beste omstandigheden te
behouden. Installeer de waterfilter zo dicht mogelijk
tegen de waterkoeler, zoals weergegeven in Fig. 6 en 7.
Als de waterfilter in een ander deel van het watersysteem
en een
tijdens
reparatie-
wordt geïnstalleerd, moet de installateur zorgen voor de
reiniging van de waterleidingen tussen de waterfilter en de
verdamper.
9. De verdamper heeft een elektrische weerstand met een
thermostaat,
bevriezen van het water bij een omgevingstemperatuur tot
–25°C.
Alle andere waterleidingen/hydraulische voorzieningen
buiten de groep moeten aldus worden beschermd tegen
vorst.
10. Tijdens de winterperiode moet het water uit de voorziening
voor warmterecuperatie worden afgevoerd, tenzij er in het
hydraulisch circuit een mengsel met ethyleenglycol in de
juiste verhouding wordt toegevoegd.
11. Wanneer de groep wordt vervangen, moet het volledig
hydraulisch
schoongemaakt vooraleer de nieuwe groep geïnstalleerd
kan worden. Vooraleer de nieuwe groep op te starten, is
het aangeraden om het water te testen en met gepaste
chemicaliën te behandelen.
12. Wanneer er glycol aan het hydraulisch systeem wordt
toegevoegd als antivriesbescherming, moet men erop
letten dat de aanzuigdruk lager zal zijn, de prestaties van
de groep zullen immers afnemen en de drukvallen zullen
groter zijn. Alle beschermingssystemen van de groep,
zoals de antivries en de bescherming voor lage druk,
moeten opnieuw worden afgesteld.
13. Controleer
waterleidingen te isoleren.
Behandeling van het water
Reinig het watercircuit voordat u de groep in gebruik neemt.
Schade door de aanwezigheid van vreemd materiaal of vuil in
de verdamper worden niet door de garantie gedekt. Vuil, kalk,
corrosieaanslag en ander materiaal kunnen zich in de
warmtewisselaar ophopen en aldus het vermogen aan warmte-
uitwisseling verlagen. De drukval kan tevens vergroten,
waardoor het debiet van het water afneemt. Een gepaste
en
behandeling van het water kan aldus het risico voor corrosie,
afslijting, kalkvorming, etc. beperken. De meest gepaste
behandeling van het water moet ter plaatse worden bepaald
op basis van het soort van systeem dat wordt gebruikt en de
eigenschappen van het water.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor eventuele schade of
een verkeerde werking van de uitrusting veroorzaakt door
geen of een ongepaste behandeling van het water.
die
de
bescherming
systeem
worden
leeggemaakt
of
er
geen
lekken
zijn
D-EIMAC00908-16NL - 11/20
verzekert
tegen
en
vooraleer
de