Kanal C1 licht
De verlichting wordt door aanwezigheid en lichtsterkte gere-
geld. Via de DALI-interface wordt bij te weinig daglicht en
aanwezigheid, het kunstmatig licht ingeschakeld en wordt het
lichtsterkteniveau constant gehouden.
De verlichting wordt bij voldoende daglicht of bij aanwezig-
heid via de DALI-interface uitgeschakeld.
Constante lichtregeling
De constante lichtregeling compenseert daglichtverschillen
door regeling van de verlichting. De totale lichtsterkte wordt
op het gewenste niveau constant gehouden. De verlichting
wordt met de inschakeldimwaarde C1 ingeschakeld en op de
ingestelde gewenste lichtsterkte C1 geregeld. Afhankelijk van
de soort functie „school" of „office" reageert de aanwezig-
heidsmelder na handmatig dimmen met de toets anders:
•
Bedieningswijze 'school' voor toepassingen in school- en
vergaderlokalen:
Manueel dimmen stopt de constante lichtregeling.
y
y
Verlichting behoudt tijdens aanwezigheid de gedimde
y
y
waarde (geen beïnvloeding door lichtsterkte).
Door uit- en weer inschakelen keert men terug naar
y
y
de regelmodus.
•
Bedieningswijze „office" voor gebruik in afzonderlijke en
grote kantoren:
Constante lichtregeling blijft na handmatig dimmen
y
y
tot de huidige lichtsterkte tijdelijk actief als nieuwe
gewenste lichtsterkte.
De nieuwe gewenste lichtsterkte geldt alleen bij
y
y
aanwezigheid.
Na afloop van de nalooptijd licht wordt de oorspron-
y
y
kelijk ingestelde gewenste lichtsterkte weer hersteld.
9