Wij raden de volgende procedure aan:
De luxmeter wordt op het werkvlak onder de sensor
y
geplaatst en de gemeten luxwaarde wordt met de
managementafstandsbediening „SendoPro 868-A"
parameter <Gemeten lichtsterkte Mid> ingevoerd.
De ruimtecorrectiefactor wordt daaruit automatisch
y
berekend. Toegestaan zijn waarden tussen 0,05 en 2,0.
Berekende of ingevoerde waarden buiten het toegestane
gebied worden automatisch op de betreffende grenswaarde
gezet.
De berekende ruimtecorrectiefactor wordt direct
y
overgenomen. Ter controle kan de ruimtecorrectiefactor via
de parameter <Ruimtecorr.factor Mid> worden opgevraagd.
L De standaardwaarde is 0,3 en is geschikt voor de meeste
toepassingen. Veranderingen zijn alleen in sterk afwi-
jkende situaties zinvol.
Detectiegevoeligheid
De melder heeft 5 gevoeligheidsniveaus. De basisinstelling is
het middelste niveau (3).
Met de managementafstandsbediening 'SendoPro 868-A'
kunnen de niveaus 1 t/m 5 worden geselecteerd en naar de
melder worden gezonden.
Met de installatieafstandsbediening „theSenda P" kan de
gevoeligheid bij elke druk op de toets
worden verlaagd of met toets
-
met één niveau
worden verhoogd.
25