10
Snelkopp.
Hiermee kunt u snelkoppelingen instellen.
U kunt bepaalde instellingen als een
snelkoppeling opslaan, zodat u snel kunt
faxen, kopiëren, scannen en webservices kunt
oproepen.
OPMERKING
• Er zijn drie Snelkoppelingen-schermen. In elk
Snelkoppelingen-scherm kunt u maximaal 4
snelkoppelingen instellen. In totaal zijn er dus
12 snelkoppelingen beschikbaar.
• Druk op d of c om de andere snelkoppelingen-
schermen weer te geven.
11 Faxen in het geheugen
U kunt nagaan hoeveel ontvangen
faxberichten in het geheugen zijn
1
opgeslagen
.
Druk op Afdr. om de faxen af te drukken.
1
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
11
Algemene informatie
12 Nieuwe fax(en)
12
Wanneer Faxvb. op Aan is ingesteld, kunt u
zien hoeveel nieuwe faxen u hebt ontvangen
en in het geheugen hebt opgeslagen.
Druk op Voorb. om uw faxen op het
touchscreen te zien.
13 Waarschuwingspictogram
13
Het waarschuwingspictogram
weergegeven als er een fout- of
onderhoudsmelding is. Druk op Details
(Detail) om de melding te bekijken en
vervolgens op
om terug te keren naar de
gereedstand.
Zie Onderhouds- en foutmeldingen
uu pagina 104 voor meer informatie over
foutmeldingen.
1
wordt
9