veroorzaakt een verminderde trek.
LEt OP: bij het aansluiten van het rookkanaal en voor wat betreft ontvlambare materiaal moeten de bepalingen van de norm
UNi10683 in acht genomen worden. Het rookkanaal moet op voldoende afstand geplaatst worden tot ontvlambare materiaal
of brandstoffen door middel van een geschikte isolatie of een isolerende luchtlaag.
Het is VERBODEN in het rookkanaal leidingen van systemen of luchttoevoerleidingen te laten lopen. Bovendien is het op het
rookkanaal vaste of beweegbare openingen aan te brengen om er andere apparaten op aan te sluiten
ScHOORStEENPOt
De trek van het rookkanaal is ook afhankelijk van de geschiktheid van de schoorsteenpot.
indien deze ambachtelijk vervaardigd wordt, is het derhalve noodzakelijk dat de uitgaande doorsnede overeenkomt met tweemaal de interne
doorsnede van het rookkanaal
De schoorsteenpot moet altijd hoger zijn dan de nok van het dak en moet de afvoer ook in aanwezigheid van wind kunnen waarborgen
6).
(Afbeelding
De schoorsteenpot moet voldoen aan de volgende eisen:
• een interne doorsnede hebben die gelijk is aan die van de schoorsteen.
• een nuttige uitgangsdoorsnede hebben van tweemaal de interne doorsnede van het rookkanaal.
• zo vervaardigd zijn dat het binnendringen van regen, sneeuw of vreemde voorwerpen in het rookkanaal onmogelijk is.
• moet eenvoudig te controleren zijn in het geval van eventuele onderhouds- en reinigingswerkzaamheden.
AANSLUItING OP HEt ROOKKANAAL
De aansluiting op het rookkanaal moet worden uitgevoerd met stijve stalen pijpen die voldoen aan de huidige normen, voorschriften en
wettelijke bepalingen.
HEt IS VERBODEN gebruik te maken van flexibele metalen buizen of buizen van vezelcement omdat deze de veiligheid van
de aansluiting in gevaar brengen omdat ze onderhevig zijn aan scheuren en breuk en het ontsnappen van rook ten gevolge
kunnen hebben.
De afvoerpijp van de rookgassen moet hermetisch op de schoorsteen worden bevestigd en mag een maximale hellingshoek van 45° hebben.
Dit om overmatige condensafzettingen tijdens de aanvankelijke ontstekingsfase en/of het afzetten van roet te voorkomen. Bovendien wordt
een vertraagde afvoer van rookgassen voorkomen.
Een niet-hermetische aansluiting kan storingen van het apparaat veroorzaken.
De interne diameter van de verbindingspijp moet overeenkomen met de externe diameter van het aansluitstuk voor rookgasafvoer van het
apparaat. Dit wordt gegarandeerd door het gebruik van pijpen volgens DiN 1298.
De depressie van de schoorsteen (tREK) moet tenminste Pascal (raadpleeg de tECHNisCHE GEGEvENsBLaD). De meting moet altijd met
het warme apparaat worden uitgevoerd (nominaal verwarmingsvermogen).
Wanneer de druk 17 Pa (=1.7 mm waterkolom) overschrijdt, moet deze beperkt worden door middel van de installatie van een aanvullende
trekregelaar (vlinderklep) op de afvoerpijp of in de schoorsteen, in overeenkomst met de geldende normen.
BELANGRIJK: Wanneer er metalen pijpen gebruikt worden moeten deze verplicht geïsoleerd worden met geschikt
materiaal (bekleding in isolerende vezel bestendig tot 600°c) om aantasting van het metselwerk of de beschermlaag te
voorkomen.
VERBRANDINGSLUcHt
Het is van essentieel belang dat de ruimte tussen de boven- en zijkanten van het apparaat en de stroomrichter van onbrandbaar materiaal
van de kap constant geventileerd wordt.
Om deze reden moet er een lage luchtinlaat voorzien worden (inlaat verse lucht) en een hoge luchtuitlaat (uitgang warme lucht). De
voorziene ruimtes voor de luchtcirculatie aangegeven in de afbeeldingen
Op deze manier worden verkregen:
• een verhoogde veiligheid
• een toename van de warmte gegenereerd door de luchtcirculatie rond het apparaat
• een verbeterde werking van het apparaat
Het rooster voor de warmteafvoer
cm vanaf het plafond. Dit rooster moet altijd geïnstalleerd worden om de binnen de kap verzamelde warmte in de kamer af te
kunnen geven (overdruk).
LEt OP het is raadzaam om een tegenkap van onbrandbare gipsplaat uit te voeren met een zelfdragende metalen frame, om op
deze manier het gewicht niet op de esthetische bekleding te laten steunen (marmer). Er wordt aangeraden een inspectieluik op de
tegenkap of een andere geschikte plaats toe te passen voor een eenvoudige toegang en zichtbaarheid van de veiligheidsvoorzieningen
(manometers, kleppen, pomp, ...).
5).
(Afbeelding
Bovenzijde:
minimale opening: 800 cm
Onderzijde:
minimale opening: 600 cm
(Afbeelding 7
Afbeelding 7
Afbeelding 14
-
2
2
pos. 6 ) moet op de bovenzijde van de kap geïnstalleerd worden, op circa 20
NEDERLANDS
4).
(Afbeelding
zijn de minimale vereisten:
11